Ruth (18) leerde op een camping in Zuid-Frankrijk een leuke jongen kennen, niet wetende dat er een kopie van hem rondliep.
Dat zorgde voor een gênante blunder tijdens haar vakantie.
Auteur: Julia Rittersma
De ontmoeting
“Afgelopen zomer heb ik in Saint-Tropez een interessante jongen – laten we hem even Cas noemen – leren kennen. Na een ongemakkelijke botsing in het zwembad raakten we aan de praat over koetjes en kalfjes. Hij vertelde dat hij nog een week op de camping zou blijven. Op dat moment appte mijn vriendin: ‘Ruth, als je nog mee wilt naar het strand moet je nú komen.’ In eerste instantie wilde ik niet direct mee. Ik was immers net mijn droomjongen tegen het lijf gelopen maar Cas vond dat ik met haar mee moest gaan. Voor ik het wist drukte hij een kus op mijn mond. Blozend en met een grote glimlach liep ik richting het strand.”
“Die avond liep ik terug naar de bar in de hoop dat Cas daar ook zou zijn. En ja hoor, daar zat hij. Althans dat dacht ik, bleek later. Zijn zwembroek was ingewisseld voor een spijkerbroek en een blauwe polo. Pure perfectie op een barkruk. Ik ging zo nonchalant mogelijk niet ver bij Cas vandaan op een kruk aan de bar zitten. Al gauw maakten we flirterig oogcontact en ik schoof mijn kruk een stukje dichter bij die van hem. Hij bestelde twee wijntjes en legde zijn hand op mijn been. ‘Ach, wat heb ik te verliezen?’, dacht ik. Voor ik het wist drukte ik mijn lippen op de zijne. Het moment duurde alleen niet lang. Ik hoorde achter mij een stem die zei: ‘Hey Ruth, kan mijn broer een beetje zoenen?’”
“Het duurde een paar seconden totdat ik besefte dat het niet Cas was die ik zojuist had gezoend, maar de tweelingbroer van Cas. Mijn gezicht werd zo rood als een tomaat. ‘Wacht. Je bent tweeling?’, stamelde ik. Ik kon wel door de grond zakken. De jongens schoten in de lach, ik excuseerde me een rende het toiletgebouw in. De rest van die week op de camping heb ik de jongens kunnen ontlopen. Ik heb me nog nooit zo awkward gevoeld.”