Het wordt tijd dat mensen begrijpen wat geweld doet met een kind. Dat je – als slachtoffer – begrijpt dat niet jij, maar zij fout zaten. Daarom blikt Roos* wekelijks terug op haar eigen jeugd.
Kom voor jezelf op, je bent het waard.
Trigger warning: dit artikel gaat over geweld en mishandeling.
De eerste rechtszaak is gewonnen. Mijn vader moet mij alimentatie ‘blijven’ betalen, dat is de uiteindelijke uitspraak. Aangezien ik nooit geld heb gezien, oppert mijn advocaat de optie een tweede zaak aan te spannen. Om alles terug te krijgen, wat ik nog niet heb gehad.
Over de gevolgen denk ik op dat moment niet na. Ook niet als de mensen in mijn omgeving vragen of het mijn energie waard is. Er is een soort vuur in mij ontstoken. Ik wil mezelf bewijzen. Ik moet mezelf bewijzen. Dus stem ik in.
Er is alleen één grote kanttekening: deze keer zou het volgens mijn advocaat verstandig zijn om zelf wél aanwezig te zijn in de rechtszaal.
Mijn moeder is mee om mij te steunen, maar mag de zaal niet in. Hij, de man die ik al meer dan twee jaar niet heb gezien, zit al binnen. Mijn voeten zijn loodzwaar als ik richting de deur loop. Bij het openen kijk ik hem niet in de ogen. En als ik eenmaal plaatsneem aan de linkerkant van mijn advocaat, kan ik ook zijn rug niet meer zien.
Maar ik voel hem wel. En ik hoor zijn stem.
“Ik heb mijn dochter nooit fysiek of mentaal geweld aangedaan.”
Ik hoor het hem echt hardop zeggen, nadat mijn advocaat een deel van mijn persoonlijke leven heeft voorgedragen aan de rechter. Op het moment van voordragen probeerde ik mijn gevoelens uit te schakelen, maar nu borrelt er iets in mij. Eén voor één vliegen de beelden als dia’s voor mijn ogen.
De trap, de badkamer. Kutkind.
Ik krijg niks meer mee. Totdat de rechter zegt dat het voor deze zaak helemaal niks uitmaakt of mij wel of geen geweld is aangedaan. Daar gaat deze zaak niet over, volgens haar. Of we het echt niet met z’n tweeën uit kunnen praten? Dit is toch zonde van ieders tijd. Zo’n alimentatiezaak.
De tranen stromen als vanzelf over mijn wangen, en het liefst ren ik op dat moment ter plekke die zaal uit. Maar ik moet blijven zitten totdat het voorbij is. Ik kan het.
Mijn moeder weet niet meer wat er vroeger allemaal is gebeurd, zegt ze. Ook bij haar doet het pijn, en daarom zitten de herinneringen ergens diep verstopt. Dat laatste zegt ze dan weer niet, maar ik voel het wel.
Volgens mijn vader is het nooit gebeurd. En voor de rechter maakt het niks uit.
Heb ik dan alles verzonnen?
Weken later krijg ik te horen dat mijn vader mij inderdaad terug moet betalen. De kosten van de advocaat worden niet op hem verhaald. Ook wordt er geen tijdslimiet gesteld, dus het grootste gedeelte van het bedrag zal ik waarschijnlijk nooit krijgen.
Ik heb dan misschien gewonnen, maar ik word nog steeds niet gezien.
De naam in dit artikel is om privacyredenen gefingeerd. Wil je in contact komen met Roos? Stuur dan een mail naar redactie.nieuws@linda.nl.
Vermoed jij huiselijk geweld in jouw omgeving? Dit kun je doen.