Op de fluwelen bank van een nachtclub in Macau lag ik enigszins dizzy bij te komen van een lange vlucht. ‘Laten we dansen’,, zei de Chinese multimiljonair.
Te laat zag ik dat zijn kruin niet boven mijn borsten uitkwam. Zijn armpjes klemden rond mijn heupen. Angstvallig keek ik om me heen. Niemand lachte. Hij bestelde champagne. De allerduurste. “Graag bezorgen op onze kamer.”
“Heb je weleens gehoord van een Aziaat met een Napoleoncomplex?” Meer dan schaapachtig grinniken kon ik niet, een mengeling van onwetendheid en doen alsof ik prima wist wat hij bedoelde. Discreet hielp hij me: “In mijn familie trouw je traditiegetrouw met Chinezen, maar ik val op vrouwen van boven de één meter tachtig. Ik word alleen maar geil van lang en blond. Toe, draai je om. Mag ik je billen even zien?”