In de rubriek ‘Zeg eens eerlijk‘ staan eerlijke verhalen over het moederschap centraal. Want ja, het is prachtig, maar soms ook gewoon verdomd hard werken.
Vandaag de beurt aan Marcia (31), moeder van een dochter (1).
In de rubriek ‘Zeg eens eerlijk‘ staan eerlijke verhalen over het moederschap centraal. Want ja, het is prachtig, maar soms ook gewoon verdomd hard werken.
Vandaag de beurt aan Marcia (31), moeder van een dochter (1).
“In week 36 van mijn zwangerschap verminderde mijn slaapbehoefte. Vijf nachten achter elkaar vatte ik geen slaap, helemaal niets. Daarbovenop kreeg ik een gordelroosinfectie én lag mijn dochtertje in stuit. Boel aan de hand, dus nam het ziekenhuis me op ter observatie. Ze ontdekten zwangerschapsvergiftiging. Ik ging mijn 37e week in toen de vliezen braken. Het werd een keizersnede vanwege de stuit en ik liet het allemaal over me heen komen. Normaliter huil ik al bij bevallingen op tv, maar ik voelde helemaal niets. Mijn lichaam stond door het slaaptekort in de overlevingsstand en schakelde pijn en emoties gewoon uit.
Na de bevalling merkte ik dat ik heel vlak was en natuurlijk hartstikke moe. Toch ging ik maar door. Ik vertelde mijn artsen niet hoe ernstig het slaaptekort was. Ik wilde zoveel mogelijk zelf doen, tot borstvoeding aan toe. Toen ik eenmaal thuis was, ging het de tweede avond mis. Ik sliep nog steeds niet en dacht: hoe kán dit, na zwangerschapsvergiftiging en keizersnede?
Met die gedachte ging mijn brein ineens volledig aan de haal, tot ik mijn man sméékte om een ambulance te bellen. Om ervoor te zorgen dat ze kwamen, overdreef ik en deed ik alsof ik doodging: dat was de eerste psychose. De broeder prikte feilloos door mijn stervensact heen en dacht aan een psychische oorzaak, maar ik voldeed niet aan alle criteria voor een psychose. Ze plaatsten me terug op de kraamafdeling, zonder mijn dochter, en gaven me de zwaarste slaapmedicatie. Had weinig zin: na twee uur was ik weer klaarwakker.”
Na traumatische bevalling ervaarde Nadine alleen maar paniek: 'Ik ga weglopen, dacht ik'Lees ook“De volgende ochtend ging het weer mis, psychose nummer twee. Ik haalde me van alles in mijn hoofd: dat ik raar deed omdat er een bloedprop in mijn hoofd zat. En dat als ik maar zou blijven schrijven, ik in leven zou blijven. Ik kladderde acht a4’tjes helemaal vol voordat ze er een psychiater bijhaalden. Toen die een opname opperde, schoot ik in paniek: ik wilde naar mijn kind. Uiteindelijk lieten ze me toch naar huis gaan.
Daar kreeg de kraamzorg argwaan. Die merkte op dat ik me afstandelijk gedroeg, ook naar mijn dochter. Toen ze op een ochtend zei dat ze zich daar zorgen over maakte, knapte er iets. Voor mijn gevoel bekritiseerde ze mijn moederschap. Na een douche pakte ik mijn dochter op en ben ik in mijn ondergoed met haar van de trap af gerend, schreeuwend om hulp. Ik was van mening dat de hele wereld gek was geworden in plaats van ikzelf. Godzijdank heb ik haar nooit iets aan willen doen, ik wilde haar juist beschermen. Maar mijn realiteitszin ontbrak in deze derde psychose: ik kreeg stemmen in mijn hoofd en zag dingen die er niet waren.”
“Ik werd opgenomen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Zónder dochter, ik zag haar maar een uurtje per dag. Dat was natuurlijk de hel, als kersverse moeder. Ik kreeg medicatie, een psycholoog en eindeloze therapie, maar ik wist nog steeds niet precies wat er met me aan de hand was. Niemand vertelde me dat ik een kraambedpsychose had. Dat neem ik ze echt kwalijk, ze hebben me laten zwemmen.
Ik snap dat ze niet overal meteen een stempel op willen of kunnen drukken, maar ik had ‘m liever wel gehad. Nu moest ik het drie keer ondergaan, terwijl medicatie het waarschijnlijk prima had kunnen stoppen. En waarom geen opname op een moeder-kind unit? Ook dat had mij, en mijn gezin, veel ellende kunnen besparen.
Na mijn ontslag sliep ik ontzettend veel, eindelijk, maar daardoor miste ik ook veel wakkere momenten van mijn dochter. Een band hadden we in die eerste weken niet kunnen ontwikkelen, en dat verbeterde dus ook niet. Voor mijn gevoel kon dat kind in de box net zo goed van de buurvrouw zijn. Alle dingen die je als moeder over je kind hoort te weten, ontbraken bij mij. Dat was echt verschrikkelijk.”
“Het eerste jaar ging voorbij met vallen en opstaan. Ik raakte depressief en krabbelde soms weer op, maar in mijn hoofd bleef het onrustig. Ik kreeg paniekaanvallen en een angststoornis. EMDR hielp om de ergste herinneringen aan de psychoses te laten vervagen, dat heeft echt een enorm verschil gemaakt.
We zijn nu zestien maanden verder en ik begin lichtpuntjes te zien. Maar nog elke dag merk ik de gevolgen van die eerste paar weken. Contact met lotgenoten vind ik ontzettend fijn, dus dat is ook waarom ik hier mijn verhaal wil delen. Weet dat je niet alleen bent. En wees alsjeblieft eerlijk over wat je voelt – ik vertelde in het begin niet alles over mijn slaaptekort, dat heeft me genekt. Wees eerlijk naar je omgeving, zodat je hulp kunt vragen. Het kan psychoses echt voorkomen.”
Heb jij ook een ervaring die je wilt delen en sta je open voor een kort (eventueel anoniem) telefonisch interview? Mail dan naar ellen.hensbergen@linda.nl met een korte samenvatting van jouw verhaal en je telefoonnummer.
Erins zoon was maar vier uur per dag stil: 'Huilbaby dekt de lading niet, het was krijsen'Lees ook