In de rubriek ‘Zeg eens eerlijk‘ staan eerlijke verhalen over het moederschap centraal. Want ja, het is prachtig, maar soms ook gewoon verdomd hard werken.
Hieronder lees je drie van deze verhalen.
Nadia
“Ik ben van nature positief ingesteld en sta dankbaar in het leven, maar wow: ik ervaar het moederschap echt als heel zwaar. Ik combineer mijn relatief grote gezin met drie dagen werken en die balans is heel moeilijk te vinden. Voor mijn gevoel doe ik altijd iemand tekort, ook al wéét ik dat dit niet zo is. Als ik werk, zijn ze bij hun vader of oma: ze komen helemaal geen liefde of aandacht tekort.
Toch voel ik elke dag een enorm schuldgevoel, vooral als ik zie dat de kinderen het jammer vinden als ik ’s ochtends de voordeur achter me dichttrek. En toegeven dat ik dingen moeilijk vind, voelt toch een beetje als falen. Mijn kinderen zijn mijn hele wereld, maar had ik er misschien later aan moeten beginnen? Ben ik de enige met zo’n schuldgevoel? Wordt het makkelijker als ze ouder worden?”
“Het hartje klopte bij alle drie mijn zwangerschappen, maar daarna brak mijn lichaam de zwangerschap toch af. Van artsen kreeg ik steevast te horen dat ik nog jong was en dat er niet per se iets aan de hand was: ‘domme pech’. Maar na drie keer domme pech op hetzelfde moment lijkt er toch sprake van een patroon, ongeacht mijn leeftijd? Ik kreeg het gevoel dat ze me een stuk serieuzer zouden nemen als ik, in dezelfde situatie, 34 was geweest.
Afwachten, was het advies. Het zou vast gaan lukken, ik raakte tenslotte wél steeds zwanger. Uitspraken als ‘misschien gaat het nog wel tien keer fout’ kwamen ook voorbij. En ik geloof best dat er vrouwen zijn die al veel langer proberen zwanger te raken en voor wie het ook ontzettend zwaar is, maar ik voel me wel een aantal jaar heel eenzaam in dit proces. Voor mij is het niet ineens ‘makkelijker’ omdat ik jong ben en nog een tijdsbuffer heb om kinderen te krijgen.”
“Zes maanden na de geboorte van onze oudste raakte ik nogmaals zwanger. Ongepland, maar hartstikke welkom. Said, mijn man, werkte toen expres wat harder, zodat hij later iets vaker thuis kon zijn. Hij was een ontzettend betrokken vader, zo eentje die je altijd in films ziet.
Halverwege mijn tweede zwangerschap begon Said zich minder goed te voelen. Hij ging van een gezonde, sportieve man naar iemand die zich steeds vaker benauwd voelde en daardoor afspraken moest afzeggen. Hij kwakkelde door, tot hij zich met kerst helemaal niet goed voelde. Na een bezoek aan de huisartsenpost werd hij opgenomen: vocht in zijn longen. Met drains probeerden ze dat te verhelpen, maar de boel keerde maar niet terug naar ‘normaal’. In februari konden ze ons pas vertellen wat er mis was: longkanker. Twee dagen later overleed hij al.”