Opwinding, zenuwen en onrustige nachten: de sinterklaastijd is in veel gezinnen een roerige tijd. Maar wat als het verder gaat dan dat en je kind écht bang is voor Sinterklaas of zijn Pieten?
We vroegen het aan psycholoog en opvoeddeskundige Valerie Ritchie.
De sinterklaastijd heeft veel impact op kinderen, legt psycholoog Ritchie uit. “Zelfs als ze niet bang zijn voor de Sint, is de kans groot dat er wat spanning is. Die spanning veroorzaken we bijvoorbeeld door kinderen niet alleen op Pakjesavond cadeaus te geven, maar ook hun schoen te laten zetten. Zo zijn kinderen er extra mee bezig.”
Vaak gaat het om positieve spanning – zie maar eens een kind te vinden dat niet van cadeaus houdt –, maar het komt regelmatig voor dat kinderen ook angstig zijn. “Dan vinden ze het bijvoorbeeld een onveilig idee dat er iemand hun huis in komt om schoenen te vullen, of dat Sinterklaas allemaal dingen over hen weet. Er wordt niet meer gesproken over de zak naar Spanje, maar wel over Luisterpieten die alles zien en horen: ook best eng.
Het kan een extra lading krijgen als ouders dat ook nog gebruiken om kinderen iets te laten doen: ‘Eet je bord maar goed leeg, anders ziet Piet dat vast.’ Dat zou ik dan ook afraden.”
Gedurfde reclame voor seksspeeltje in Kruidvat Leiden: 'Sint niet de enige die komt'
Als je kind bang is voor Sinterklaas, is het belangrijk om die angst te erkennen en serieus te nemen, adviseert Ritchie. “Als de Sint langskomt op school en je kind dat spannend vindt, dan kun je opmerken: ‘Ik zie dat je bang bent, je mag altijd mijn hand vasthouden.’ Dwing een kind niet om bijvoorbeeld bij de Sint op schoot te gaan. Je kunt ook op een later moment vragen wát je kind zo eng of spannend vindt. Daardoor leert een kind meteen over emoties praten.
Tegelijkertijd moet je het niet groter maken dan het is. Reageer dus niet met: ‘Kom maar hier, schatje, ik bescherm je wel.’ Dan leert het kind juist dat het gespannen gevoel terecht is en wil hij of zij het alleen maar meer vermijden. Je kunt je kind beter stimuleren om kleine dingen te doen om de angst te overwinnen. Misschien wil hij of zij bijvoorbeeld niet op schoot, maar wel een handje geven.”
Wat kan helpen tegen de angst voor de Sint is om je kind erop voor te bereiden. “Als Sinterklaas ergens op bezoek komt, vertel dat dan niet pas de ochtend zelf, maar een paar dagen van tevoren. Je kunt uitgebreid vertellen wat je kind kan verwachten en expliciet zeggen dat hij of zij het aan mag geven als-ie het spannend vindt.
Daarnaast is het in sinterklaastijd extra belangrijk om voor een goede structuur in het leven van je kinderen te zorgen, vindt de psycholoog. “Op school en zelfs thuis zijn deze weken veel dingen anders, dus zorg dat de gewone dingen daarnaast blijven doorgaan. Dezelfde tijd naar bed, dezelfde maaltijden, et cetera.”
“Vindt je kind het eng dat er iemand in huis komt of dat Sinterklaas zo veel weet, dan kun je bijvoorbeeld zeggen dat je de Sint persoonlijk kent en hem af en toe vertelt wie er z’n kamer zo goed opruimt”, tipt Ritchie. “Het is natuurlijk gek dat we onze kinderen normaal leren om op te letten bij vreemde mensen, maar dat Pieten zomaar een huis binnen mogen komen. Dat is logischer als jij Sinterklaas kent.”
En helpt dat allemaal niet, “vertel je kind dan gewoon hoe het zit. Dat is jammer, maar dan is de angst het niet waard.”
Daar wordt aan de deur geklopt: Sint en Piet dragen dief over aan politie
