Anouk (34) valt op vrouwen. Geen probleem, zou je denken, maar als je gay én gelovig bent in de Biblebelt komt daar toch iets meer bij kijken.
“Toen ik het vertelde, begon mijn vader te schreeuwen en mijn moeder te huilen.”
Anouk (34) valt op vrouwen. Geen probleem, zou je denken, maar als je gay én gelovig bent in de Biblebelt komt daar toch iets meer bij kijken.
“Toen ik het vertelde, begon mijn vader te schreeuwen en mijn moeder te huilen.”
Anouk groeit op in een gemixt gelovig milieu. Haar vader heeft een gereformeerde achtergrond, maar kiest ervoor met zijn vrouw hun twee dochters evangelisch op te voeden. Zo gaat Anouk naar een christelijke basis- en middelbare school, knipt ze haar coupes bij een christelijke kapper en gaat ze op vakantie naar christelijke campings. “Daar werden op zondag gewoon kerkdiensten gehouden. Het was echt een soort bubbel.”
En in die bubbel krijgt Anouk weinig mee van de buitenwereld en andere levensstijlen. “Toen ik een jaar of 11 was realiseerde ik me dat ik meisjes leuker vond dan jongens. Maar zodra het op tv over homo’s ging, werd er weggezapt. Homoseksualiteit werd altijd bestempeld als niet goed zijnde. Jarenlang heb ik ’s nachts gebeden om genezing, omdat ik van alle kanten voelde dat dit niet geaccepteerd werd. Maar die ‘genezing’ kwam natuurlijk niet, ik val gewoon op vrouwen.”
Op haar achttiende komen Anouks ouders daar ook achter. “Het was een onvrijwillige coming-out”, vertelt ze. “Ik had een vriendinnetje en mijn ouders hadden vermoedens, dus riepen ze me op het matje. Toen ik het toegaf, begon mijn vader te schreeuwen en mijn moeder te huilen. Mijn moeder wist niet wat ze ermee aan moest, mijn vader wilde dat ik homogenezingstherapie zou gaan volgen. Dat heb ik gelukkig geweigerd.”
Wat volgt is een jarenlange zoektocht. Voor Anouk, maar ook voor haar ouders. “We hebben zelfs een tijdje geen contact gehad, het was te moeilijk om met elkaar onder één dak te wonen. Maar het eerste stapje richting tolerantie werd gezet toen mijn vader een nieuwsbericht las over een christelijke jongere, die vanwege zijn geaardheid zelfmoord had gepleegd. Toen ik hun huis binnenstapte, omhelsde hij me huilend.”
Sindsdien zijn haar ouders een behoorlijk eind bijgedraaid, vertelt Anouk. “Ze zouden het nog altijd liever anders zien, maar daar heb ik respect voor: ik weet dat mijn pad niet strookt met het leven dat zij van jongs af aan kennen. Ik neem hen de zoektocht niet kwalijk. Vooral mijn vader komt van ver, dus ik ben oprecht heel blij met het punt dat we nu bereikt hebben. Mijn huidige vriendin is welkom bij mijn ouders thuis, ze kunnen het goed met haar vinden. Verder laten we Het Onderwerp een beetje links liggen, voor de lieve vrede.”
Met Anouks zus loopt het stroever. Zij trouwde met een gereformeerde man en hangt tegenwoordig deze strengere stroming van het geloof aan. Vanuit die kant van de familie kan Anouk sowieso op weinig begrip rekenen. “Mensen gaan er heel gemakkelijk vanuit dat je je hele leven alleen blijft. Als je tóch een relatie krijgt, zien ze je als een soort drugsverslaafde met een terugval. Het is ook voorgekomen dat ik op een verjaardag geen hand kreeg, en dat iemand me zelfs niet aan wilde kijken. Echt actieve afwijzingen.”
Eerder dit jaar laat haar zus weten dat ze interesse heeft Anouks vriendin te ontmoeten. Bijzonder, denkt Anouk, stiekem verwacht ze een addertje onder het gras. Dat blijkt te kloppen. “Ik ben door gaan vragen: zijn we welkom als mens of als project? Het bleek het tweede. ‘We willen wel vertellen hoe wij hierover denken, anders heeft het geen zin elkaar te ontmoeten’, zei ze. We waren dus alleen welkom als we zouden aanhoren dat we naar de hel gaan. Dat geintje besloot ik mijn vriendin te besparen. Het voelt heel raar dat ik hier nu over vertel, alsof ik mijn familie verraad. Maar dit is gewoon echt waar ik mee te maken krijg.”
Pas sinds een jaar of twee heeft Anouk het gevoel dat ze zichzelf écht kan accepteren. Dat heeft flink wat voeten in de aarde gehad. “Ik had lange tijd een schrikbeeld van gay mensen, dat ze in de goot belanden. Maar hoe langer ik op mezelf woonde, hoe meer vrijheid en rust ik voelde. Ik merkte dat mijn depressieve gevoelens wegzakten, dat de invloed van mijn omgeving veel groter was geweest dan ik zelf dacht.”
“Ik geloof nog steeds in God, maar niet meer in de kerk. Je kunt gelovig zijn zonder angst te voelen, weet ik nu. Je hebt er geen kerkelijk instituut voor nodig. Ik bid, lees de Bijbel en geloof in de basisprincipes van het evangelisch geloof, maar stop mezelf niet langer weg. Als dát de manier is om in de hemel te komen, dan wil ik daar niet zijn.”
“Ik ben blij dat de band met mijn ouders verbeterd is, maar of dit met mijn zus ook zal lukken weet ik niet. Het kan even duren, maar ik kan en wil haar niet pushen om mij te accepteren. Dat lichtje moet bij haar zelf gaan branden. Ik wil haar niet veroordelen om haar geloof en begrijp dat het moeilijk is om onze twee werelden samen te krijgen. Als ze ooit naar me toe komt, al is het over twintig jaar, dan staat mijn deur open: maar wel voor een bak koffie, niet voor een preek.”
Christelijke Inéz (18) denkt op vrouwen te vallen: 'Geloof vasthouden wordt steeds lastiger'Lees ook