Op een warme zomerdag vraagt een vertraagde trein om een bankje in de zon. Ik scan het aanbod en ga bij twee vrouwen van rond de vijftig zitten.
Een bewuste keuze, zoals altijd. Nog geen minuut later ploft er een man neer.
Op een warme zomerdag vraagt een vertraagde trein om een bankje in de zon. Ik scan het aanbod en ga bij twee vrouwen van rond de vijftig zitten.
Een bewuste keuze, zoals altijd. Nog geen minuut later ploft er een man neer.
Zijn broek raakt mijn blote knie. Ik zeg iets van ‘kun je weggaan?’ maar hij kijkt me alleen strak aan. Aan zijn ogen merk ik dat we op een heel ander niveau zitten. Ik sta op en loop het station weer in. Op het perron positioneer ik mezelf tussen toeristen en een jonge vrouw met bloemen in haar tas.
Mijn blik gaat naar mijn korte linnen broek, en even flitst de gedachte door mijn hoofd of het wel slim is om met blote benen het openbaar vervoer in te gaan. Meteen geef ik mezelf een mentale mep. Niet mijn fout. Het idee dat ik dit soort situaties zelf moet voorkomen, zit veel te stevig ingemetseld.
Eerder appte een vriendin nog dat een dronken man in haar vierzits kwam zitten, vastbesloten een gesprek over haar ‘mooie ogen’ te beginnen. We vinden het naar én lachen erom. Het overkomt ons tenslotte al zo’n zestien jaar. ‘Wanneer worden we hier nou te oud voor’, app ik. ‘Kan niet wachten.’
Vaak genoeg valt er helemaal niets te lachen. In mei riep het nieuws dat een jonge vrouw veertig minuten betast en belaagd was in de trein veel verontwaardiging op. Nog geen twee maanden later werd een andere vrouw aangerand toen ze sliep, en waren twee minderjarige meisjes getuige van een masturberende man. De NS zegt daarom live mee te gaan kijken in ‘risicotreinen’ en het noodnummer wordt duidelijker vermeld in de trein.
Top, maar het is geen nieuw probleem. Veel vrouwen die ik ken – jong en oud – zijn weleens op een nare manier benaderd in het openbaar vervoer. Van een ongewenste penis die tevoorschijn wordt gehaald tot een groep dronken mannen die je al lallend omsingelt en ‘gezellig’ tegen je aan schuift. Een vreemde hand die ineens op je knie ligt, een telefooncamera die op je gericht wordt.
Nieuw is dat de jongere generatie zich wél uitspreekt.
Veel vrouwen gaan niet vrijwillig in een lege coupé zitten, maar dat is niet altijd een keuze. Soms is de trein leeg, stapt iedereen ineens uit of grijpen anderen helemaal niet in. Moet je dan altijd met een chaperonne reizen?
Geen korte broek aantrekken, volgens een avondklok leven?
Nee, maar het idee dat je grensoverschrijdend gedrag als vrouw moet én kunt voorkomen blijft hardnekkig. Ik ben overdag achtervolgd in een drukke stad – in een winterjas, met een onooglijke muts op – en zat tegenover een masturberende man in een bibliotheek. En ik blijf erbij: ook als je ’s nachts in je blote kont door het Vondelpark loopt, moet iedereen je met rust laten.
Een tijdje geleden was mijn fiets kapot en liep ik laat naar huis. Het was opvallend stil in de stad. Aan de overkant van de straat liep alleen een man met een capuchon op. Zodra hij mij zag, stak hij vastberaden de weg over. Met grote schreden beende hij op me af, mijn hart klopte in mijn keel.
“Heb je een vuurtje?”
Na een ‘nee’ vertrok hij. Ik hoor je denken: ga dan ook niet na twaalven alleen de straat op, jij roekeloze muts. Ik heb een andere suggestie. Je kunt als man ook je inlevingsvermogen aanzetten, een fijn mens zijn en besluiten: weet je, ik laat een vrouw op dit tijdstip gewoon zonder woorden voorbijlopen.
Dat lijkt me niet te veel gevraagd.
'Ik stond verdwaasd in mijn eigen stad - leven zonder Google Maps bleek niet makkelijk'Lees ook