Ik zet net de schuimkraag van een heerlijk fluitje aan mijn lippen, als een harde stem in mijn oor tettert: ‘Is Femke Halsema de stad al uitgezet, of hoe zit dat?’ Terwijl ik er wel héél lang over doe om een slokje bier door te slikken, probeer ik te bedenken wat ik hier nu weer op ga zeggen.
Ik lach lafjes, en gebaar dat ik toch echt op Casanova moet dansen.