‘Mam is gevallen’, appte mijn broer. Dat gebeurde wel vaker de laatste tijd, maar dit keer klonk het ernstig. Ik kleedde me rap aan en sjeesde, net als de ambulance, naar het tehuis.
Ze kromp ineen toen ze van bed naar brancard verschoven werd, en kreunde van de pijn toen ze in het ziekenhuis nogmaals verplaatsen moest. Pas drie uur later opende ze haar ogen weer, toen ze, verdoofd van de pijnstilling, in een kamer op de spoedpost lag.