Hij was acht en werd gepest. Schelden, duwen, trekken, stompen; dagelijks werd er ‘vuile, vieze homo’ of ‘flikker’ naar z’n hoofd geslingerd. Zijn ouders waren heus wel eens op hoge poten naar het schoolhoofd gegaan, maar verdere stappen ondernamen ze nooit.
Hij heeft hen dat niet kwalijk genomen. “Ze waren niet capabel. Het waren hardwerkende mensen die weinig tijd hadden en niet goed voor zichzelf konden opkomen, dus ook niet voor mij”, zei Daan ooit tegen mij.