Het is al erg genoeg dat je op je 47e als vanouds uitkijkt naar betaaldag (bedankt inflatie). Nu prijs ik me gelukkig dat ik niet naar de Voedselbank hoef of de kinderen met honger naar bed moet sturen. Ergens zal ik het toch niet helemaal goed doen. Ik heb een leuke baan, ben qua inkomen zo modaal als wat. Maar ik kan maar moeilijk een eind aan de maand breien.
Klagen doe ik niet, want ik snap dat iedereen, op z’n eigen niveau, heeft ingeleverd.
Bovendien is de ervaring dat velen zich niet in een ander kunnen inleven. Zo zat ik ooit bij een kennis, het was vlak na de scheiding, te vertellen dat ik wakker lag van de huur. “O, vervelend. Ons gezin heeft ook stappen teruggezet.” Nog geen tien minuten later ging de bel en reed de strijkservice twee rekken met overhemden naar binnen. Beknibbelen kan op tien, honderd en duizend euro, dacht ik toen. Je kunt niet in andermans portemonnee kijken.