Door een darmziekte kan Lizenka van Essen (21) veel – zoals lactose, gluten, avocado – niet eten. Het kerstdiner is daarom niet altijd even leuk.
“Vorige kerst zat ik jankend in de auto,” vertelt Lizenka aan LINDA.nl.
Darmziekte
Grote schalen met knapperige vettigheden en broeksknopen die los gaan: het kerstdiner is meestal een ode aan gulzigheid én genieten. Maar Lizenka kijkt juist op tegen de feestdagen. “Ik ben echt een familiemens, dus ik zou zó graag ongedwongen met mijn familie aan tafel zitten,” vertelt ze. “Maar hoe goed iedereen ook zijn best doet, altijd kom ik weer met buikpijn thuis.”
Van kinds af aan heeft Lizenka namelijk al ontzettend veel last van haar buik. Artsen sturen haar van maagonderzoek naar darmonderzoek, maar steeds komt er niets uit. De arts plakt er uiteindelijk het label prikkelbaar darmsyndroom (PDS) op, maar vindt dat ze voor die diagnose wel “uitzonderlijk veel pijn” heeft. Hij stuurt haar daarom naar een diëtist.
Kerstdiner
Bij de diëtist blijkt dat ze op de meest uiteenlopende producten dezelfde soort reactie krijgt als iemand die allergisch is, maar dan zonder de schade aan haar darmen. “Eet ik gluten, dan heb ik dezelfde pijn als iemand met coeliakie. Het is alleen niet gevaarlijk. Als ik een boterham eet, kan ik echt een maand ziek zijn.” Behalve lactose en gluten, kan ze bijvoorbeeld ook niet tegen uien, knoflook, gnocchi en zoete aardappelen. “Er zit totaal geen logica in.”
Dit jaar gaat Lizenka voor het eerst met kerst bij de schoonfamilie eten. Best spannend, vindt ze. “Ik vraag van tevoren wat we gaan eten, dan weet ik wat ik kan verwachten.” Ook neemt ze altijd haar eigen bakje eten mee. “Voordat ik dat deed, ging ik vaak met honger naar huis.” Ze voelde zich zo bezwaard dat ze de neiging had te focussen op wat ze wel kon eten. Maar haar moeder wil daar niets van weten. “Ze stuurt iedereen een lijst met wat ik niet mag: heel lief.”
Buitenbeetje
Van een tafel vol kerstlekkernijen mag Lizenka meestal maar tien procent eten. “Dan komt weer een schaal voorbij waar ik niets van mag.” Zit er per ongeluk toch ergens melk of knoflook in, dan kan ze daar nog weken last van hebben. “Vorig jaar zat ik jankend in de auto. Na de kerst neem ik daarom altijd twee dagen vrij.” Haar darmziekte kan vaak op onbegrip rekenen. “Mensen zeggen vaak: ‘Joh, een keertje kan toch wel? Hoeveel last kun je er van hebben?’ Ik voel me dan onbegrepen en helemaal niet meer op mijn gemak.”
Ook krijgt ze geregeld een opmerking over dure boodschappen en moeilijk gedrag over zich heen. “Ik weet zelf ook wel dat het onhandig is, maar ik heb er niet voor gekozen.” Ze vindt het heel lief als haar familie bijvoorbeeld een aparte amuse voor haar maakt. Maar het geeft haar ook een rotgevoel. “Ik voel me vaak alsof ik te veel ben en de sfeer verpest. Ik blijf altijd het buitenbeentje met al die eisen: mentaal is dat heel zwaar.” Het liefst zou ze de kerst ontvluchten. “Maar dat doe ik niet: ik wil de tijd met mijn familie niet missen.”