‘Stop this train, I can’t take the speed it’s moving in.’ Deze woorden, van zanger John Mayer, gaan de afgelopen dagen constant door mijn hoofd.
Vanaf het moment dat je kind geboren wordt, zie je constant veranderingen.
‘Stop this train, I can’t take the speed it’s moving in.’ Deze woorden, van zanger John Mayer, gaan de afgelopen dagen constant door mijn hoofd.
Vanaf het moment dat je kind geboren wordt, zie je constant veranderingen.
Het probleem is alleen dat in het begin er veel tijd verstrijkt voor er iets verandert. Er zijn weinig vaardigheden nog, wat maakt dat je aan elke alteratie rustig kunt wennen. Echter, hoe meer tijd er voorbij gaat, hoe sneller de veranderingen elkaar opvolgen. En ik kan het tempo de laatste tijd geenszins meer bijhouden.
Op zondag liet Lulu vol trots zien dat er twee tanden wiebelden in haar mond. “Hier, moet je voelen”, zei ze trots, terwijl ze mijn hand pakte en die richting haar kin bewoog. En inderdaad, haar middelste twee voortanden aan de onderkant zaten los.
Mijn vrouw en ik wisselden een blik, een nieuwe fase: tanden wisselen. Binnenkort heeft ze een gebit waar ze de rest van haar leven mee moet doen. Hoe minder melktanden er nog in haar mond zitten, hoe minder klein ze lijkt.
Op woensdagmiddag gingen we fietsen. Een ogenschijnlijk zeer dagelijkse bezigheid, maar we hadden nog nooit gefietst. Urenlang heb ik, met gebruik van een oude sjaal, naast haar gerend bij het fietsen. Sjaal onder haar oksels door, aan de achterkant vasthouden en aantrekken bij een val. Zo voorkom je dat je kind op de straat stuitert. Ideaal. Later rende ik naast haar zonder de sjaal, maar nog nooit hebben we samen een fietstochtje gemaakt.
Tot vandaag.
Ze verzocht me specifiek om niet naast haar te fietsen. Ik vertelde mezelf dat ze toch ooit moet vallen, zonder dat ik haar op kan vangen; ik kan immers niet eeuwig naast haar rennen. Ik gaf haar aanwijzingen qua welke richting we op moesten en waar ze op moest letten wat betreft tegemoetkomend verkeer.
Tien minuten later fietsten we door een natuurgebied vlak achter ons huis, zij een paar meter voor me. Haar blonde haar wapperde in de wind en ze zong vrolijk een liedje dat ik niet kende. Toen ik dichterbij kwam bleek het een melodieus mantra te zijn: “Iiiiik ben lekker aan het fiiiiietsen, iiiiiik ben lekker aan het fiiiiiietsen, iiiiik ben lekker aan het fiiiiietsen en mijn papa die is mee.”
Zonder dat ik er iets aan kon doen, liepen er ineens dikke tranen over mijn wangen. Mijn kleine meisje wordt in zo’n belachelijk tempo groot. Meermaals heb ik mijn beide dochters al verzocht of ze alsjeblieft iets langzamer konden groeien, maar altijd kreeg ik nul op het rekest. “Dat kunnen wij helemaal niet, papa”, zei de oudste. “En dat willen wij ook helemaal niet”, vervolgde haar jongere zus daarop met een serieus gezicht.
Alsof dat niet al veel meer is dan mijn tere vaderhart kan verwerken, doemt al aan de horizon aankomende zondag op. Omstreeks tien uur worden wij verwacht in het zwembad, want Lulu gaat deze week afzwemmen voor haar A-diploma. Één keer raden wie er tranen met tuiten staat te huilen als ze met natte haren en rode ogen uit het zwembad klimt? Precies: ik. Een zwembad vol.
Stop this train, I cant take the speed its moving in.
Jan Versteegh: 'Onze kat Rob heeft besloten dat de wereld zijn kattenbak is'Lees ookJan Versteegh is presentator, podcastmaker en schrijver. Hij woont samen met vrouw Dieuwertje en dochters Lulu en Bella. Hij is auteur van “Doodmoe & dolgelukkig”. Het boek geeft een eerlijk inkijkje in het vaderschap. Op deze plek zal Jan wekelijks zich druk maken en verwonderen.