Sporten kost al energie genoeg. Het laatste waar jij je zorgen over wilt maken is je sportbeha: die moet gewoon goed zitten en de boel in bedwang houden. Maar hoe kies je nu eens écht een goede uit?
Floor van de Pavert, oprichter van lingeriewinkel SuperBra, deelt haar insider-tips.
Binnen de wereld van sportbeha’s, en die is groot, kun je de soorten grofweg onderverdelen in twee categorieën: het compressiemodel en het encapsulatiemodel. Allebei top, maar net even anders. Een compressiebeha drukt je boezem samen tot een soort monoboob: gezellig tegen elkaar aan, en vervolgens als een geheel tegen het lichaam aangeplakt. Dat kan heel goed werken, maar niet iedereen is daar fan van.
Mensen met grotere voorgevels kiezen bijvoorbeeld sneller voor een encapsulatiemodel. Van de Pavert: “Daarbij heeft elke borst zijn eigen ‘bakje’, een eigen cup. Ze worden nog steeds tegen het lichaam aangedrukt, maar dan individueel. Dit kan zorgen voor een minder benauwd gevoel.”
In de basis kan iedereen het af met één sportbeha, maar kijk wel goed naar welke sport je hiermee gaat beoefenen. Een hardloper heeft een robuustere beha nodig dan iemand die wielrent of aan pilates doet. “Hoe harder je beweegt, hoe groter de impact is op je borsten. Zeker als je een grotere buste hebt, kan het dan slim zijn om te zoeken naar beha’s met minder rek, van minder elastisch materiaal.” Zweet je veel of doe je aan bikram yoga? Vermijd dan sportbeha’s met voorgevormde padded cups: “Die worden gewoon kletsnat.”
Blijf maar lekker op de bank liggen: één keer in de week sporten is al goed genoeg
Welke sport je ook doet en hoe je lijf er ook uitziet: ‘strak’ is het toverwoord bij de aankoop van een sportbeha. “Je kunt het vergelijken met een wandelrugzak waar een heupband aan zit. Als die band goed op je heupen rust, dragen die het gewicht en wordt de druk van je schouders afgehaald. Dat geldt ook voor een sportbeha: als de omvang goed zit, ontlast dit je je schouders. Hoe groter je borsten, hoe strakker die omvang vaak moet zijn. Het moet altijd comfortabel en draagbaar blijven, maar schrik niet van strak.”
Van de Pavert tipt om een sportbeha altijd aan te schaffen op basis van het ‘ruimste’ haakje. Is de pasvorm dan goed? Kopen die hap. “Mensen denken vaak dat die drie verschillende haakjes zijn voor torso’s van verschillende groottes, maar dat is niet zo. Koop je sportbeha altijd op basis van het ruimste haakje. Na een aantal keer dragen en wassen wordt je beha losser en kun je een standje krapper kiezen. Zo blijft de steun goed en hoef je niet na een paar weken alweer op zoek naar een alternatief.”
Wees dus niet bang voor het kwabje vlees dat een behaband soms veroorzaakt. Een sportbeha is eigenlijk een soort shapewear en mag strakker zitten dan je huid. Van de Pavert: “Bij vrouwen met een laag vetpercentage drukt de band vaak direct op de ribben. Als je lichaam wat voller en zachter is, is het – tot op zekere hoogte – juist een goed teken als de band in je vlees ‘zakt’.
“Het is helemaal niet verkeerd als je een sportbeha ziet zitten onder een shirtje. Dat betekent dat hij grip heeft en qua ondersteuning goed zijn werk kan doen. Natuurlijk zijn er mensen die dit écht niet fijn vinden, dan kun je altijd voor een maatje groter gaan. Wees er dan wel van bewust dat dit impact kan hebben op de effectiviteit van je beha.”
Idealiter koop je een sportbeha in de winkel met advies van een verkoper. Maar gelukkig kan thuis testen ook gewoon. Meet jezelf nog eens goed op en bestel een aantal maten dat daar het dichtst bij in de buurt ligt.
Van de Pavert: “Ik raad klanten altijd aan om elke beha thuis een uurtje te dragen, met de kaartjes er nog aan. Zo krijg je een beter gevoel van hoe hij zit: of de band écht te strak is of eigenlijk precies goed. Boots wat sportbewegingen na, kijk hoe het voelt. Let wel op dat je niet echt gaat zweten, voor het geval-ie nog terug moet naar de winkel.”
Floor van de Pavert (Beeld: Naomi Modde)
(B)oops: één op tien vrouwen heeft 'geen idee' of ze goede maat bh draagt
