Het debat over kansenongelijkheid wordt al dagen gedomineerd door de vinkjes van Joris Luyendijk. De journalist en schrijver heeft ze alle zeven (wit, man, hetero, geprivilegieerde achtergrond, goede opleiding, enzovoorts), dus hij staat bovenaan de maatschappelijke ladder. Dat besef kwam pas nadat hij werd buitengesloten door zijn collega’s van de Britse krant ‘The Guardian’. Daar schreef hij een boek over, dat ongetwijfeld goed zal verkopen, omdat hij dus meer vinkjes heeft dan andere schrijvers.
'Hoeveel vinkjes heb je nodig om te slagen in het leven?'
Zijn lijstje maakte veel los, omdat activisten van kleur al veel langer praten over intersectionaliteit. Dat is een ander woord voor hetzelfde proces, namelijk dat een mens op meerdere niveaus kan worden benadeeld. Hun beklag wordt vaak weggezet als woke-gezeur, terwijl voor Luyendijk een spreekwoordelijke ‘seat at the table’ is gereserveerd. Tegelijkertijd verandert er vaak pas echt iets als ook witte mannen aan de top van de ladder erkennen dat er problemen zijn.
Ik vulde Luyendijks checklist in, samen met mijn vriend. Eén vinkje omdat we man zijn, maar geen vinkje omdat we homo zijn. We hebben minstens één Nederlandse ouder (check), al waren onze buitenlandse vaders veel bepalender. Mijn vriend groeide op met de Spaanse cultuur en ik met Pakistaanse tradities. We lopen een vinkje mis omdat onze ouders geen chique banen of status hadden. Maar hoe bepalend is dat milieu als broers en zussen vaak andere richtingen inslaan?
Je kunt nog eens twee vinkjes verdienen als je het vwo hebt afgemaakt en een universitaire studie voltooide, wat ik allebei heb gedaan. Mijn vriend deed echter havo, een hbo-opleiding, één jaar aan de universiteit en ging toen werken. Geen vinkjes dus, al zijn we volgens de bredere definitie beiden hoogopgeleid. Is dat de doorslaggevende reden waarom we op gewilde plekken in de media terechtkwamen? En hoe succesvol waren we geweest in een ander vakgebied?
Er zijn allerlei factoren die ons vooruithelpen of juist tegenhouden in het leven, die niet op Luyendijks veelbesproken lijstje staan. Toen mijn partner en ik hierover doorpraatten, hadden we het over de kennis en ervaring die we opdeden ondanks onze sociaal-maatschappelijke achtergrond, of juist dankzij onze worstelingen als biculturele homomannen uit moeilijke families. We noemden ook doorzettings- en relativeringsvermogen, en het feit dat we niets in ons leven voor lief nemen.
Intersectionaliteit kan veel verklaren, maar niet alles. Er zijn mannen met zeven vinkjes die niets presteren, en er zijn achtergestelde jongeren met één of twee vinkjes die uiteindelijk de wereld veranderen. Dergelijke rangordes kunnen je het gevoel geven dat je nooit de top zult bereiken, hoe hard je ook best doet. Natuurlijk is het belangrijk om te weten hoe de maatschappij naar je kijkt, maar dat is slechts een deel van de puzzel. De andere stukjes moet je zelf vinden.
Haroon Ali: 'Koester de overtuiging dat je de wereld kunt veranderen'Lees ook