De zomer is voor mij een vermoeiende gezelligheidsmarathon. Waar ik in de winter liefst alleen voor hoog noodzakelijke dingen – zoals boodschappen of heel misschien een etentje – de deur uitga, ben ik in de zomer zo weinig thuis dat ik eerder een toevallige passant ben dan een bewoner.
Mijn huishouden lijdt in die periode onder mijn sociale zomerleven, maar mijn lever al helemaal.