Freddy Tratlehner. Je kent ‘m als Vjèze Fur uit De Jeugd Van Tegenwoordig, maar tegenwoordig ook als virale internetkok met eigen kookboeken.
Inmiddels ligt boek numero twee alweer in de schappen: Lekker Fred in het land.
Freddy Tratlehner. Je kent ‘m als Vjèze Fur uit De Jeugd Van Tegenwoordig, maar tegenwoordig ook als virale internetkok met eigen kookboeken.
Inmiddels ligt boek numero twee alweer in de schappen: Lekker Fred in het land.
Met zijn Lekker Fred kookvideos heeft Tratlehner al menige amateurkok aan het karameliseren, flamberen en blancheren gekregen. In zijn nieuwe kookboek gaat hij op ontdekkingsreis door eigen land. Wat voor spannends kun je allemaal doen met boerenkool, asperges of een paar ‘dom grote mosseljen’?
Nou, veel. Het boek is niet gevuld met enkel oer-Hollandse gerechten, maar wél met producten van Nederlandse herkomst. Denk aan een tempura van groente uit eigen land, recepten met Zeeuwse scheermesseren of vegemetarische loempia’s. En een nieuwe kijk op een klassieker: aardappelsalade. “Zoals ik ‘m ken is het heel erg goor, maar ik heb ‘m echt naar een ander niveau getild. Deze aardappelsalajo is steengoed. Een Zeeuwse bolus is daarentegen al perfect van zichzelf, daar hoef je het wiel niet opnieuw voor uit te vinden. Die moet je gewoon vaker zelf maken.”
Voor wie zich afvraagt waar bovenstaande knapzak vandaan komt: het idee voor dit kookboek ontstond tijdens een trip naar Nijmegen. “Ik zou daar een kookvideo opnemen en iemand waarschuwde me dat ik geen nieuwe schoenen aan moest doen. Dus ik kwam daar aan in laarzen en mensen keken me aan alsof ik gek was. Die keuken was gewoon binnen en overdekt. Dat vond ik zó grappig. Dat ik buiten de ring reis en meteen denk dat ik in een of ander woest natuurgebied beland, is het centrale idee achter dit boek geworden. Ik ga nu voor het eerst écht op ontdekkingsreis door Nederland.”
Hij maakte het boek samen met Elza Jo, zijn vrouw. Zij was verantwoordelijk voor de fotografie. “Normaal werken we op aparte eilandjes, maar de stijl van Elza paste echt perfect bij dit boek. We hadden elf hele dagen nodig om alle foto’s te maken, in alle uithoeken van het land. Heel leuk om samen te doen.”
Tratlehner groeide vroeger op met een diverse keuken. Zijn Oostenrijkse vader en Nederlandse moeder kookten ‘leuke dingen’, vertelt hij. “Mijn vader werkte in een restaurant en nam regelmatig dingen mee naar huis, zoals octopus of knödels. Toen ik een jaar of acht was hield ik al van griezeleten, zoals krab. Van huis uit ben ik best een avontuurlijke eter.”
Eten speelt nu ook een grote rol in zijn eigen huishouden. Tratlehner heeft twee zoons van een en vier jaar oud, die allebei nu al ‘supergek’ zijn op eten. “Mijn oudste kwam pas binnen en die rook dat ik maïs aan het koken was. Hoe dan? Hij is vier. Ze houden allebei van gekke dingen, ze eten gewoon blauwe kaas en oesters.”
De oudste heeft daarnaast ook een voorkeur voor pittig eten. De vierjarige schrokt pepers weg alsof het niets is, aldus Tratlehner. “Laatst pakte hij een hele bol wasabi. Hij stopte het zo in zijn mond en at het op. Het was even heel stil, maar toen schudde hij zijn hoofd en kwam er een hele diepe oerkreet uit dat keeltje. Hij vond het écht lekker. Het lijkt alsof ik nu stoere verhalen vertel, maar dit is niet overdreven. Die jongen eet nu al pittiger dan zijn vader.”
Hij is van mening dat je kinderen van jongs af aan gekke dingen moet laten eten. “Zo wordt het de norm. Als je het ook nog eens goed bereidt, is de kans groot dat je kleine het ook lekkerder vindt. Als ik van iemand hoor dat hun kind geen spruitjes lust, dan denk ik, maak je ze wel goed klaar? Misschien heeft je kind gewoon gelijk en zijn je spruiten niet lekker. Je moet ze kort koken, dippen in wat sojasaus, beetje aanbakken en je zit goed. In het uiterste geval nog wat boter erbij – topspruiten.”
De ‘smaak van Nederland’ is volgens Tratlehner moeilijk te vangen, maar fan van zeedieren is ‘ie absoluut. “Alles wat in die Oosterschelde zit, joh. Daar kun je zoveel mee. Oesters, zeewier en mosselen. Het is heerlijk. Die dingen zouden we meer aandacht moeten geven en vaker moeten eten, in plaats van stukjes vlees die we van andere continenten hier naartoe verschepen. Koop het lokaal en lekker vers.”
In huize Fur zijn momenteel de recepten voor Zeeuwse bolussen en geroosterde spitskool favoriet. “Die hebben we deze week nog gemaakt. En ja, dan kom ik toch weer uit bij mijn aardappelensalajo, die is echt next level. Als je daar een haring naast legt, heb je een goede Nederlandse lunch. Maar dan chique en met smaak.”
Voor wie alweer reikhalzend uitkijkt naar volgende smaakexplosies: voorlopig hoef je nog geen derde kookboek van de hand van Vjèze te verwachten. “Eerst nieuwe inspiratie en ideeën opdoen. Maar ik plot altijd plannetjes.”
Geïnspireerd geraakt? Bekijk hieronder hoe Vjèze Fur een schnitzel van paddenstoeljen maakt. Do try this at home.
Lees ook
Kliederen maar: Vjèze Fur bakt lava-cake met ‘gesmolten sjokomelade’