Wereldwijd woont 1 op de 5 kinderen in een gebied waar oorlog of conflict heerst. Farzad (12) uit Afghanistan woont in Nederland, maar was één van deze kinderen.
Wij belden hem op.
Oorlogskinderen
In totaal leven 420 miljoen kinderen in landen waar geweld plaatsvindt. In 2016 gingen het nog om 390 miljoen kinderen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek gebundeld in het rapport Stop the War on Children, van hulporganisatie Save the Children.
Afghanistan
Afghanistan is één van de landen waarin kinderen het hardst worden getroffen. Farzad woont inmiddels alweer drie jaar in Nederland, maar tot zijn negende leefde hij in een conflictgebied in Afghanistan. Samen met zijn moeder, broers en zussen vluchtte hij voor de oorlog.
Niet naar buiten
Farzad vond het niet leuk om in Afghanistan te wonen. Hij ging er niet naar school en kon niet buitenspelen. “Ik moest altijd binnen blijven, omdat het gevaarlijk was. Ik had wel vrienden, maar ik kon niet met ze spelen. Daarom speelde ik vaak binnen met mijn broertjes.”
Bang
In die tijd is Farzad ook vaak bang geweest. “Iedere dag hoorde ik schoten en bommen.” Soms was het na een dag voorbij, maar soms duurde het ook een week. Dan zaten ze al die tijd met zijn allen in de schuilkelder, soms dagenlang zonder eten en drinken. “Het was een verdrietige situatie. Mijn moeder huilde veel, waardoor wij ook moesten huilen.”
Vader en zus vermist
Toen Farzad klein was, werd zijn vader ontvoerd toen hij onderweg was naar de moskee. Ook zijn zus, die op een dag niet meer thuiskwam van school, is vermist. Al jaren heeft hij niets meer van ze gehoord. Hij weet niet of ze nog leven. “Laatst liet mijn broer een foto zien die hij toegestuurd had gekregen. Op de foto stond een man die op mijn vader leek. Of het hem is, weet ik niet.”
Niet kunnen slapen
Farzad vond het fijn om naar Nederland te komen. Toch was het ook flink omschakelen om ineens in een land te wonen waar geen oorlog is. “De eerste twee maanden dacht ik continu aan mijn vader en zus. Ik kon niet slapen. Iedere keer als ik mijn ogen dichtdeed, dacht ik terug aan de dingen die ik heb meegemaakt. Ik sliep maar twee uur per nacht. Ik heb toen pillen gekregen van de dokter en nu heb ik veel afleiding op school.”
Farzad vindt het prettig dat hij in Nederland gewoon kan buitenspelen en doen wat hij het liefste doet: voetballen. Ook is hij blij dat hij hier naar school kan. Hij zit in groep acht en gaat volgend jaar naar de middelbare school. “Ik vind school niet altijd leuk, maar ook niet saai. Ik vind het wel belangrijk voor mijn toekomst en ik heb er vrienden.” Later wil hij het liefst andere oorlogskinderen helpen.