‘Haaaai, hoe is het met je’, Willem-Jan belt ineens uit het niets. Ik herinner me weer de lijzige, bekakte stem waar ik in het verleden uren en uren in vervoering naar luisterde. Want hij praatte veel en lang. We leerden elkaar jaren geleden kennen. Hij woonde half in Italië en half in Nederland. Hij kwam zo veel mogelijk hierheen gevlogen om mij zijn liefde te verklaren. Wanneer hij in Italië zat belden we. Uren en uren.
Maar deze long distance relatie was te long voor mij en de passie verdween. Ondertussen ontmoette ik mijn huidige geliefde, een man met passie genoeg voor drie, dus verdween Willem-Jan van het toneel. Hij stond nog wel in de coulissen in de zin van dat we elkaar van tijd tot tijd belden hoe het ermee was. En dan ging het voornamelijk over hoe het met hèm was. Maar nu had ik hem al een tijdje niet gesproken. Ik dacht dat dit telefoontje de ‘hoe gaat het’ van het kwartaal was. Maar nee, hij wilde uitgebreid praten.