“Ik kan er niet mee doorgaan”, zegt Mehmet met tranen in zijn ogen. Ik pak zijn hand, terwijl mijn hart in duizend stukken op de grond valt.
“Waarom?”, vraag ik.
“Ik kan er niet mee doorgaan”, zegt Mehmet met tranen in zijn ogen. Ik pak zijn hand, terwijl mijn hart in duizend stukken op de grond valt.
“Waarom?”, vraag ik.
“Het ligt allemaal zo gecompliceerd”, vervolgt hij terwijl hij met zijn hand de mijne omsluit alsof hij nooit meer wil loslaten. Even later doet hij dat toch. Ik begrijp het niet, want ik voel zijn liefde nog steeds.
“Maar waarom?”, smeek ik nogmaals. “Is je leven leuker zonder mij? Ben je gelukkiger zonder mij?”
“O nee”, zegt hij. “Integendeel.” En hij kijkt me in- en in verdrietig aan.
Dan, heel langzaam, word ik wakker. Mijn wangen nog nat van de tranen.
In eerste instantie voelt mijn hart zwaar. Voorspellend? Of juist niet? Immers, als je droomt dat iemand in je omgeving dood gaat, is hem of haar juist een lang leven beschoren. Pas als je droomt dat je een tand verliest, moet je oppassen!
Dat wetende, word ik nu pissig. Op hem. Komt hij me zomaar in mijn droom overstuur maken voor niks, eikel. Om zowel een relatie te beginnen als te beëindigen, moet je een verdomd goeie reden hebben en dat laatste heeft hij absoluut niet. Ik ben zijn ideale vrouw. Punt. Misschien wat theatraal en lastig, maar a small price to pay voor alles wat hij daarvoor krijgt.
Ik heb niet lang om te simpen, want vriendin Juul komt. Juul heeft al meer dan een jaar een relatie. Helaas heeft haar vrijer een wettige echtgenote die niet op de hoogte is van het bestaan van de reserve-verloofde. Dus Juul heeft altijd wel een verdomd goede reden om het uit te maken, óf dat juist niet te doen. Het hangt er vanaf. Heeft ze hem net gezien, dan is ze helemaal in haar nopjes. Heeft hij een week moeten overslaan, dan zijn de rapen gaar.
“Ik weet niet hoor of ik dit nog langer volhoud”, zegt ze wanneer ze binnenkomt .
“Wat niet?”, vraag ik.
“Dit met G.” En ik krijg een hele verhandeling over de vage afspraken, het gezin dat altijd voorrang krijgt, dat ze hem soms twee weken niet ziet want zijn werk, druk, druk. “Ik ben de sluitpost van zijn tijd!”, jammert ze. Dat is niet zo, want de man gebruikt elk mogelijk uurtje om haar te zien. Maar een clandestiene relatie heeft zo zijn nadelen.
“Houd je van hem?”, vraag ik. O ja, dat doet ze zeker. Zoals hij ook van haar doet en haar dat elke dag vertelt. “Maar ik zit in de wachtkamer van het geluk!”, roept ze theatraal. Ik denk dat ze dan lang kan wachten. Dus de keus of ze daar blijft zitten of niet is aan haar.
“Is je leven leuker zonder hem?”, herhaal ik de vraag die ik vannacht ook aan mijn minnaar stelde. Ik zie haar er even in gedachten een voorstelling van maken. “Nee… absoluut niet… Maar misschien als ik het uitmaak, dat hij dan begrijpt hoeveel ik voor hem beteken…”
Kijk, en daar verlies je mij. Uitmaken, jaloers maken, berichten en telefoontjes niet beantwoorden of wat dan ook puur uit effectbejag is meestal juist het minst effectief. Het werkt niet, want een man – hoe een lomperik hij ook is – voelt dat haarfijn aan. Onbewust. Op energetisch niveau weet hij hoe de vlag erbij hangt. Daarom heeft dreigen ook geen zin. Hij heeft daar poep aan. Ik ben wel eens weggelopen van mijn toenmalige partner. Gewoon uit hufterigheid. Met een weekendtas en piepende banden scheurde ik de straat uit om om de hoek te parkeren en zien of hij me in blinde paniek achterna kwam. Na twee uur kwam ik op hangende pootjes en verkleumd terug. Meneer lag prinsheerlijk in bed tv te kijken met een zak chips en een fles cola waar hij uit lurkte, wat hij van mij nooit mocht. Hij was totaal niet verrast of ongerust en zappte vrolijk door. Pas toen ik écht wegging was Leiden in last.
Vriendin van mij dreigde zelfs een jaar lang! Toen ze haar geliefde leerde kennen was hij getrouwd, maar voor haar verliet hij huis en haard. Nadat de woede om het overspel bij de ex-vrouw was gaan liggen, kregen ze een uitstekende verstandhouding. Te uitstekend. Elk jaar een gezamenlijke vakantie, zónder mijn vriendin wel te verstaan, eerste kerstdag met het gezin, want tja, de kinderen. Gezellige lunches met de ex die overal bij werd betrokken. Voor mijn vriendin allemaal te veel van het goede en ze eiste dat hij de navelstreng met de ex doorgeknipte. Dus ging hij er om liegen. En nog slecht ook. Hoe vaak ze wel niet dreigde, smeekte, het lief vroeg of in razernij sommeerde, hij suste, verontschuldigde en ging gewoon door. Het liefst wilde ze hem bij het grof vuil zetten, maar ze kon geen afscheid nemen. Dus bleef het bij waarschuwen en dreigen. Tot ze een week geleden heel terloops meldde: “O ja, ik heb er een punt achter gezet.” Niet opgefokt, geen woede, maar onverschilligheid.
Ik wist direct dat het menens was. Het tegenovergestelde van liefde is namelijk geen haat, maar onverschilligheid. En dat is ze, onverschillig. Koud. Het vuur is uit. Alleen de as is over. Dat voelt hij ook. Haar energie vertelt het hem. Dus nu smeekt hij, huilt hij, hij wil de sterren van de hemel voor haar plukken, maar het is haar om het even. “Ik voel me heerlijk. Eindelijk heb ik rust. Mijn leven is leuker zonder hem.”
Dát is dus de crux. Is het leven leuker zonder hem (of haar)? Dat is de vraag die je moet beantwoorden. Iedereen heeft zijn relationele ups en downs. Ik kan Mehmet soms achter het behang plakken. Soms denk ik: weet je wat? Laat maar! Maar ziet mijn leven er leuker uit zonder hem? Absoluut niet. Net zo min als dat hij gelukkiger zou zijn zonder mij. Ik maak voor hem Het Verschil, net als hij voor mij.
'Wanneer mijn geliefde me zonder opgaaf van reden twee weken niet aanraakt, zal ik toch wel het gesprek aangaan'Lees ook