Ik ben niet goed in vaste relaties. Aan de ene kant verveel ik me snel, aan de andere kant houd ik niet van veranderingen. Dat is de eerste contradictie. Als de verliefdheid over is, blijf ik vaak te lang hangen.
Verliefd zijn geeft me vleugels, aan de andere kant word ik er doodonzeker van. Contradictie nummer twee.