“Alles is anders”, zwijmelt R. “Hoe ik ’s morgens opsta, wat ik aantrek… Ik ga met zoveel plezier naar mijn werk!” Logisch. R. is verliefd. Op een collega. Wat wil je nog meer?
Ze gaat huppelend naar haar werk, daar is hij immers ook. Net zo huppelend als zij. Koffiepauzes krijgen extra cachet en lunchen is een dagelijkse date. Met liefde loopt ze naar de postkamer, want dan kan ze onderweg nog even een glimp van hem opvangen. Hoe heerlijk.