Er zijn heus wel dingen waar ik goed in ben, maar ontspannen hoort daar niet bij. Zelfs stilzitten vind ik een opgave. Ik wiebel, trek mijn benen op om ze vervolgens toch maar weer op de grond te zetten, pluk niet bestaande pluisjes van mijn trui en sta om de haverklap op – om een glas in de vaatwasser te zetten, toch nog even tussendoor de speelhoek van de kinderen op te ruimen of de lamp naast de televisie vijf centimeter te verschuiven zodat ‘ie weer precies zo is neergezet als ik vind dat het moet.
Onder een dekentje op de bank urenlang een serie kijken, is dus niks voor mij. Zelfs een film duurt me meestal te lang, tot groot verdriet van mijn man, die weinig liever doet dan onderuitgezakt vegeteren met de televisie aan, maar dat dus niet met mij kan delen.