Hardnekkig is het, het ingebakken seksisme, de mannelijke betweterij, de vuige, alles vervuilende vrouwenhaat die continu de kop opsteekt. Soms zogenaamd subtiel, maar veel vaker open en bloot, lomp en opdringerig. Je krijgt het er bij sommige mannen nog niet met een honkbalknuppel in geramd dat ze zich niet met vrouwen hebben te bemoeien. Dat ze niet intelligenter zijn, niet meer autoriteit krijgen door een jasje te dragen.
Deze week was het weer raak. De afschuwelijke dood van de jonge Mahsa Amini door de hand van de Iraanse zedenpolitie heeft tot grote protesten geleid. Vrouwen vullen de straten en pleinen van Iran, verbranden hun hoofddoek, knippen hun haren af, en worden gelukkig bijgestaan door veel mannen. Her en der klinkt de hoop dat dit weleens het keerpunt zou kunnen zijn. Ik hoop het vurig. Een staat die haar burgers onderdrukt, zich bemoeit met de persoonlijke keuzes van vrouwen en hun lichamelijke integriteit schendt, heeft geen bestaansrecht.