De relatie tussen vaders en zonen inspireert vele verhalen. Ik schreef ook een boek over de gecompliceerde band met mijn vader, wat ons verder uit elkaar dreef. Sindsdien hebben we nog minder contact dan voorheen, terwijl lezers hem juist voor het eerst ontmoeten, als een personage. Maar toen ik vorige week hoorde dat mijn vader een bypassoperatie moest ondergaan, werd hij weer een mens van vlees en bloed. Ik wou hem graag zien, maar de hereniging vond plaats op de laatste plek waar je tijdens de pandemie wil zijn: het ziekenhuis.
Vanwege alle coronarestricties krijg ik een halfuur met mijn vader. Ik loop door een verlaten hal en stille gangen naar zijn kamer op de hartafdeling. Door de deuropening zie ik dat hij teletekst leest op zijn mobieltje. (Grappig, dat doet mijn vriend ook.) Ik zeg gedag en ga in een hoek zitten, op meer dan veilige afstand. Papa oogt breekbaar in zijn ziekenhuisbed, en ik besef dat we nu in een andere levensfase zijn aangekomen. De verpleegster vraagt hoeveel pijn hij heeft. Valt mee, antwoordt hij kortademig. Als ze zijn infuus verwijdert, grapt mijn vader dat haar handen te koud zijn.