Waar de omikronvariant eerst nog een ver-van-mijn-bed-show was, is de mutatie ondertussen dominant in Nederland. Daardoor rijst de vraag: is een zelftest nog wel betrouwbaar?
Ja, een zelftest is nog betrouwbaar. Alleen moet je ‘m nét iets anders uitvoeren dan voorheen.
De werking van zelftests schijnen bij omikron minder nauwkeurig te zijn. Maar een extra handeling lijkt de oplossing. De huidige bijsluiter schrijft voor om het wattenstaafje in beiden neusgaten te stoppen en daarna in de testvloeistof te dopen. Maar om jezelf ook op een mogelijke omikron-besmetting te testen, is het verstandig het wattenstaafje ook langs de keel te halen.
“Omikron zit, in tegenstelling tot de deltavariant, eerder in de keel dan in de neus”, vertelt de Belgische viroloog Marc van Ranst aan Hart van Nederland. “Als je dan in de eerste dagen van de besmetting alleen afneemt in de neus, dan kun je een vals-negatief resultaat krijgen.”
Neus én keel, dus. Maar hoe ga je te werk? En zit daar nog een bepaalde volgorde aan verbonden? “Tussen de neus en de keel is de laatste het meest steriel”, zegt Van Ranst daarover. “Dus daar zou ik het eerste met het staafje langsgaan.”
Voor zowel het neusuitstrijkje als het keeluitstrijkje, kun je gewoon hetzelfde wattenstaafje gebruiken. Bereid je wel voor: er bestaat een kans op een braakreflex.
De Belgische viroloog moedigt iedereen aan een keeluitstrijkje toe te voegen aan het zelftest-ritueel. Daarbij vindt hij dat er een officiële voorlichting moet komen vanuit bijvoorbeeld de overheid. “Ik wil het gegeven dat een keeluitstrijkje nodig zal zijn graag signaleren, maar iemand moet verantwoordelijkheid nemen en zeggen dat het kan en mag.”
Van Ranst zegt daarbij dat andere experts wellicht een andere testvolgorde aanraden, maar dat benadrukt volgens de viroloog juist de noodzaak van een officiële toelichting.
Mogelijk nieuwe coronavariant op Cyprus ontdekt: 'Combinatie van omikron en delta'
