Jaarlijks duurt het bij minstens 350 zedenzaken maanden voordat de zedenpolitie tijd heeft om het onderzoek te starten. De zaken blijven liggen door drukte en onderbezetting bij de zedenpolitie.
De ouders van een twintigjarige vrouw met een beperking vertellen in de Nieuwsuur-uitzending van gisteravond hoe hun dochter een maand geleden op klaarlichte dag werd verkracht door een kennis in een park. Dezelfde dag bellen haar ouders de politie, die direct komt. De vrouw wordt in het ziekenhuis onderzocht op sporen die kunnen leiden naar de dader, maar in de weken daarna komen ze er tot hun verbazing achter dat de politie helemaal niet bezig is met het onderzoek.
Meer prioriteit
Zelfs als de vermoedelijke dader bekend is en er sprake is van geweld, zijn er namelijk andere zaken die meer prioriteit krijgen bij de zedenpolitie. Dat zijn zaken waarbij de directe veiligheid in het geding is, of zaken waarbij het gaat om minderjarige slachtoffers.
Volgens de richtlijnen moet een verdachte binnen een maand worden verhoord. Maar strafrechtadvocaat Louke Korfker heeft momenteel drie zedenzaken waarbij het vijf maanden tot een jaar duurde voordat de verdachte werd verhoord of voordat überhaupt het onderzoek werd gestart. “Dat kan ik niet aan mijn cliënten uitleggen”, vertelt ze aan Nieuwsuur. “Een verkrachting raakt slachtoffers zo in de binnenste kern van hun bestaan.”
Wil je elke ochtend onze speciale selectie van het nieuws van de dag in je mailbox, meld je dan hier aan.