De pandemie zorgt er ook voor dat we creatief worden met woorden. Zo is het woord ‘prikspijt’ gekozen tot het woord van het jaar 2021. De term kreeg maar liefst 82,2 procent van de stemmen.
Daarmee liet het woorden als woonprotest (3,7 procent) en wappiegeluid (3,6 procent) achter zich. Dat maakte Ton den Boon, Nederlands hoofdredacteur van de Dikke Van Dale, maandagavond bekend.
Van Dale omschrijft prikspijt als “spijt die iemand heeft van het feit dat hij zich heeft laten vaccineren tegen een bepaalde besmettelijke ziekte”.
Veel van de vijftien genomineerde woorden dit jaar hadden te maken met de gevolgen van de coronacrisis, zoals prikspijt, prikpolarisatie, vaccinatievoordringer, wappiegeluid, boosterprik. Daarnaast maakten ook de woorden deltavariant, doorbraakinfectie en QR-samenleving en pandemocratie kans op de titel.
Andere genomineerde woorden waren finfluencer, gevoeligheidslezer, grotsyndroom, intimiteitsvacuüm, memeaandeel en woonprotest. Mensen konden ook zelf woorden insturen waarvan ze vonden dat die kans moesten maken op de titel.
In totaal stemden bijna 49.000 mensen op de vijftien woorden die Van Dale had genomineerd voor de verkiezing. Vorig jaar werd het woord ‘anderhalvemetersamenleving’ gekozen tot woord van het jaar. Het jaar ervoor ging de titel naar het woord boomer.
Van 'beklapje' tot 'kamelenkoorts': breid je vocabulaire uit met het Coronawoordenboek
