De Engelse voetballer Marcus Rashford heeft op Twitter gereageerd op de grote bak racisme die hij over zich heen heeft gekregen na de EK-finale tegen Italië.
Daar miste hij, samen met twee teamgenoten, zijn penalty, wat hen de beker heeft gekost.
Racisme tegen voetballers
De drie jongens die de penalty’s hebben gemist zijn alle drie zwarte jongens, wat leidde tot racisme op social media. Engelse supporters maakten het drietal online uit voor van alles en nog wat.
Nu biedt de 23-jarige Rashford op Twitter zijn excuses aan voor zijn gemiste strafschop, maar in diezelfde verklaring geeft hij ook aan niet gediend te zijn van de racistische opmerkingen die hij en zijn medespelers over zich heen krijgen.
Na een lange EK-finale werd de voetballer gevraagd om ‘koud’ – de speler had de hele wedstrijd op de bank gezeten – een penalty te nemen. ‘Een penalty was alles wat ik kon bijdragen voor het team. Ik scoor ze in mijn slaap, dus waarom deze niet?’, schrijft hij. ‘Alles wat ik kan zeggen is sorry. Ik had gewild dat het anders was gelopen.’
Met deze carrière had hij verwacht veel opmerkingen – en kritiek – te krijgen. ‘Kritiek op mijn prestaties kan ik altijd hebben’, gaat de voetballer verder. ‘Mijn penalty was niet goed genoeg, die had erin gemoeten. Maar ik zal me nooit verontschuldigen voor wie ik ben en waar ik vandaan kom. Ik heb me nog nooit trotser gevoeld dan toen ik de drie leeuwen op mijn borst droeg en mijn familie zag juichen in een menigte van tienduizenden mensen. Ik heb van dat soort dingen altijd gedroomd.’
‘Ik ben Marcus Rashford’
Van de Manchester United-speler werd ook een muurschildering in de wijk Withington in Manchester beklad. Niet veel later plakten buurtbewoners dit kunstwerk vol met hartjes en steunbetuigingen. Deze actie roerde Rashford – naar eigen zeggen – bijna tot tranen. ‘De gemeenschap die altijd haar armen om me heen heeft geslagen, blijft me overeind houden. Ik ben Marcus Rashford, 23 jaar, een zwarte man uit Withington en Wythenshawe, Zuid-Manchester. Als ik niets anders meer heb, heb ik altijd dat nog.’