De kans dat het kabinet aftreedt, is met het vertrek van Lodewijk Asscher als PvdA-lijsttrekker groter geworden. Zijn vertrek zou ook kleinere coalitiepartijen aansporen de stekker uit het kabinet te trekken.
Dat verwachten ingewijden.
De kans dat het kabinet aftreedt, is met het vertrek van Lodewijk Asscher als PvdA-lijsttrekker groter geworden. Zijn vertrek zou ook kleinere coalitiepartijen aansporen de stekker uit het kabinet te trekken.
Dat verwachten ingewijden.
CDA, D66 en ChristenUnie twijfelen over het aftreden van het kabinet, maar zouden met het vertrek van Asscher toch aangemoedigd worden te kiezen voor aftreding. Daarnaast zwelt de roep vanuit de oppositie om op te stappen ook aan. SP en GroenLinks zeggen dat premier Mark Rutte “in de voetsporen van Asscher” moet aftreden.
In coalitiekringen valt daarnaast te horen dat het opstappen van het kabinet ruimte zou bieden aan kritische zelfreflectie vanuit de Kamer. Het debat van volgende week zou, zeker met het jongste besluit van Asscher, anders volledig in het teken staan van de politieke consequenties van het toeslagenrapport. Verschillende partijen willen dat de Kamer ook goed zelf kijkt naar zijn eigen rol in het overheidsschandaal.
Lees ook
Lodewijk Asscher stopt als lijsttrekker PvdA: ‘Ik accepteer het als mensen teleurgesteld zijn’
Een dreigende motie van wantrouwen, die wordt ingediend als het kabinet zelf niet aftreedt, speelt ook mee. Vrijwel de volledige oppositie zegt deze hoe dan ook te steunen. Zelfs de SGP, een steunpilaar van het kabinet, legt de vertrouwensvraag nadrukkelijk op tafel. De PvdA heeft hierover officieel nog geen besluit genomen. Maar de verwachting is dat het aftreden van Asscher het beter uitlegbaar maakt voor de sociaaldemocraten om ook het kabinet weg te sturen, als het zelf niet tot opstappen zou besluiten.
Partijen benadrukken dat hun besluit uiteindelijk zal worden gebaseerd op inhoudelijke gronden. Veel betrokkenen erkennen desalniettemin dat politieke afwegingen een serieuze rol spelen, ook met het oog op de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen in maart.
Mensen zijn verdeeld over de vraag of het kabinet moet opstappen vanwege de toeslagenaffaire. Dat blijkt uit onderzoek van het televisieprogramma EenVandaag onder dertigduizend leden van het opiniepanel.
De helft (46 procent) vindt dat het kabinet kan aanblijven, ondanks de toeslagenaffaire. Een bijna even grote groep (48 procent) is voor aftreden. Kiezers van de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie willen in meerderheid dat Rutte III aanblijft. Hun vertrouwen in het kabinet is door de toeslagenaffaire wel iets aangetast, maar nog steeds groot genoeg om aan te blijven.
Lees ook
Kamervoorzitter Arib over vertrek Asscher: ‘Vreselijk, onnodig en onterecht’
De meeste oppositiekiezers willen wel dat het kabinet nu zijn ontslag aanbiedt. Kiezers van de PVV, de SP, Forum voor Democratie en GroenLinks vinden in meerderheid dat het kabinet weg moet. De meeste PvdA-kiezers hebben een andere mening. Ook na het terugtreden van lijsttrekker Lodewijk Asscher vinden de meesten van hen dat het kabinet kan aanblijven.
Dat Lodewijk Asscher terugtreedt als lijsttrekker, noemen de meeste PvdA-kiezers (65 procent) terecht. Een derde vindt het onterecht.