Het is midden in de nacht en ik lig naast Willem-Jan. Wat een ongelooflijke avond. Het is sinds tien jaar dat ik een complete nacht bij een man in bed doorbreng, en ook ’s morgens weer met hem wakker word.
Hij ligt behoorlijk te snurken en ik ben een lichte slaper, dus er zit voor mij niets anders op dan uit het raam te staren naar de sterrenhemel. Hij heeft de gordijnen op mijn verzoek opengelaten; ik ben bang in het donker. Ik moet ergens een lichtpuntje zien anders krijg ik anxiety. Waar ik ook anxiety van krijg, is de wc in de hotelkamer. Ik moet zó nodig plassen, maar de wc is – net als de douche – een soort glazen cabine midden in de kamer, waar je wel van binnen naar buiten kan kijken, maar niet van buiten naar binnen. Dat ziet er heel ongemakkelijk uit. Een beetje midden in de kamer op de plee gaan zitten. En ik heb ook nog een body aan, die je helemaal naar beneden moet trekken. Zit je dus echt in je blootje.