De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Nederlandse staat voor een klein deel verantwoordelijk is voor de dood van 350 moslimmannen na de val van het Bosnische Srebrenica in juli 1995.
Wat ging hieraan vooraf? We praten je bij.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Nederlandse staat voor een klein deel verantwoordelijk is voor de dood van 350 moslimmannen na de val van het Bosnische Srebrenica in juli 1995.
Wat ging hieraan vooraf? We praten je bij.
In het jaar 1991 viel het land Joegoslavië uiteen. Slovenië, Kroatië en Bosnië verklaren zich onafhankelijk, met een aanhoudende burgeroorlog als gevolg. Kroaten, Serviërs en Bosnische moslims raken hierin verstrikt en krijgen te maken met ‘etnische zuiveringen’. In het oosten van Bosnië ontstonden moslimenclaves, ook in de stad Srebrenica.
De Verenigde Naties wijst Srebrenica aan als beschermd terrein. In maart 1994 stuurt Nederland een bataljon naar Srebrenica namens de Verenigde Naties om de stad te beschermen tegen de aanvallen van de Bosnisch-Servische troepen van generaal Ratko Mladić. Ze nemen de bescherming over van Canada. Mladić heeft als doel Bosnië te veroveren.
Lees ook
22 jaar later: persoonlijke video’s van slachtoffer Srebrenica naar buiten gebracht
In het voorjaar van 1995 komen de troepen van Mladić steeds dichter bij de stad. Onderweg nemen ze tientallen VN-militairen in gijzeling. De middelen om Srebrenica te beschermen dunnen steeds meer uit, waardoor de verdediging afzwakt. Op 11 juli 1995 neemt het leger van Mladić de moslimenclave in.
Via de bossen vluchten duizenden moslimmannen naar het Nederlandse Dutchbat-basiskamp Potocari of de stad Tuzla, ten noordoosten van Srebrenica. Het terrein van Dutchbat wordt omsingeld door het leger van Mladić. Hij eist dat de Nederlanders de moslims, die zich op dat moment daar bevinden, uitleveren. En dat gebeurt.
Lees ook
Karadzic verantwoordelijk voor volkerenmoord in Srebrenica
Het Dutchbat-team evacueert de basis en scheidt honderden mannen en vrouwen van elkaar. In bussen worden ze afgevoerd door Mladić en zijn leger. Later komt boven water dat de uitgeleverde Bosnische moslims samen met andere inwoners van Srebrenica op gruwelijke wijze zijn vermoord en in massagraven zijn gegooid.
Jaren later, op 4 juni 2007, worden de Staat der Nederlanden en de Verenigde Naties aangeklaagd door de ‘Moeders van Srebrenica’; nabestaanden van de 350 vermoorden moslimmannen en -jongens die als laatst zijn weggestuurd in de dagen na de val van de enclave. Zij stellen Nederland aansprakelijk voor hun dood. Dutchbat zou de slachtoffers geen keuze hebben gegeven om het basiskamp te verlaten en zou al op de hoogte zijn geweest van de deportatie.
Lees ook
Herdenking Srebrenica, ‘een gitzwarte bladzijde’
In juli 2014 oordeelde de rechtbank dat de Nederlandse Staat deels aansprakelijk is voor de volkenmoord in Srebrenica. In het hoger beroep in juni 2017 oordeelde het gerechtshof in Den Haag in juni 2017 hetzelfde. Maar zowel de Staat als de nabestaanden gaan in cassatie. Nederland heeft altijd gezegd dat zij onder de vlag van de Verenigde Naties handelde en de nabestaanden stellen de Nederlandse Staat ook verantwoordelijk voor de slachtoffers die buiten het Dutchbat-basiskamp zijn gevallen.
Vandaag sprak de Hoge Raad, na jarenlange juridische strijd, het vonnis uit. De Nederlandse staat is voor een klein deel aansprakelijk gesteld voor de dood van moslimmannen na de val van het Bosnische moslimenclave Srebrenica. De nabestaanden hebben recht op 10 procent vergoeding van de schade die zij hebben opgelopen.
Lees ook
Regering maakt excuses aan nabestaanden Srebrenica
Namens de nabestaanden reageert advocaat Simon van der Sluijs op de uitspraak van de Hoge Raad. Hij noemt de uitkomst positief, omdat nu definitief erkend wordt dat de Staat ten onrechte heeft gehandeld. Aan de andere kant heerst ook teleurstelling onder de nabestaanden. Ze hoopten dat een groter deel van de aansprakelijkheid zou worden toegekend aan Nederland.