Het vrouwenvoetbal breekt eindelijk door het glazen plafond van transfersommetjes. Chelsea kocht de 24-jarige Amerikaanse international Naomi Girma voor maar liefst 1,05 miljoen euro van het Amerikaanse San Diego Wave.
Daarmee is ze nu de duurste vrouwelijke voetballer aller tijden.
Leoni Blokhuis, die al meer dan tien jaar als zaakwaarnemer in het vrouwenvoetbal werkt, had nooit verwacht dat een transfer van 1 miljoen euro ooit realiteit zou worden. Tot voor kort leek dit ondenkbaar, zeker gezien de enorme bedragen die jaarlijks in het mannenvoetbal omgaan. Blokhuis is stellig en zegt: “We zijn door het glazen plafond heen gebroken. En dit is pas het begin.”
De vorige recordtransfer was die van Racheal Kundananji. Zij verhuisde in 2023 voor 735.000 euro van Real Madrid naar het Amerikaanse Bay FC. Het is een teken van de enorme groei in het vrouwenvoetbal. Eentje die zelfs Blokhuis niet had durven voorspellen.
In 2013 maakte Blokhuis haar eerste transfer, waarbij ze Sherida Spitse van FC Twente naar het Noorse LSK Kvinner FK bracht voor 25.000 euro – de eerste betaalde transfer van een Nederlandse vrouwelijke voetballer ooit.
Vrouw aan de top: Marieke Visser richt de eerste Nederlandse profvoetbalclub voor vrouwen op
Volgens Blokhuis wordt er vooral in de Britse Women’s Super League (WSL) flink geïnvesteerd. “In Engeland hebben ze het goed voor elkaar. De budgetten worden groter, en ze zijn bereid om risico’s te nemen. Ze zeggen: als we een speelster voor een miljoen kopen en ze speelt hier zes jaar, is dat eigenlijk een koopje.”
Abdullah Abdullah, een Britse sportjournalist die het vrouwenvoetbal al jaren volgt, vindt de recordtransfer van Girma niet verrassend. “Chelsea heeft de ambitie om de Champions League te winnen, en ze investeren daarin. Alleen clubs als Barcelona en Olympique Lyon kunnen dit bedrag ook neerleggen. Het is slechts een kwestie van tijd voordat we meer van deze transfers gaan zien.”
De ontwikkelingen in het vrouwenvoetbal zijn snel. Vier jaar geleden schrokken we nog van transfers van 400.000 euro, nu is 1 miljoen euro de standaard. Abdullah verwacht zelfs dat de bedragen in de toekomst nog verder gaan stijgen, mogelijk tot 2 of 3 miljoen euro.
Blokhuis heeft ook hoge verwachtingen voor de toekomst, hoewel ze voorzichtig is. “De topclubs kunnen zulke bedragen vragen, maar het wordt steeds duidelijker dat er een grotere kloof ontstaat tussen de top en de onderkant van het vrouwenvoetbal. Niet elke club kan zulke investeringen doen.”
Vandaag wordt duidelijk of HERA United geschiedenis kan schrijven als eerste vrouwenprofclub: 'We hebben geen tijd te verliezen'
