De nieuwe coronamaatregelen zijn ingegaan, maar daar gaat iedereen anders mee om. En dat kan weleens tot sociale dilemma’s leiden.
Want hoe geef jij je (sociale) grenzen aan, zonder dat je iemands gedrag te bot afkeurt?
De nieuwe coronamaatregelen zijn ingegaan, maar daar gaat iedereen anders mee om. En dat kan weleens tot sociale dilemma’s leiden.
Want hoe geef jij je (sociale) grenzen aan, zonder dat je iemands gedrag te bot afkeurt?
In ieders familie, vriendenkring of werkomgeving zit wel iemand die de coronaregels niet zo nauw neemt. Omdat hij of zij er niet mee eens is, of de noodzaak er niet zo van inziet. En dat kan, in sociale context, weleens lastige situaties met zich meebrengen.
Aangeven dat je die bijeenkomst met vriendinnen eigenlijk niet zo’n goed idee vindt, of dat je niet naar kantoor wil komen wanneer je baas dat tóch van je vraagt: hoe pak je dat aan? Etiquette-specialist Beatrijs Ritsema geeft je houvast.
Volgens Ritsema is er maar één ding dat je kunt doen als anderen van je verwachten dat je de coronaregels overtreedt: je eigen grenzen aangeven. Maar de volgende vraag is natuurlijk: hoe? “Zeg gewoon wat je denkt. Zoals: ‘Ik vind dat niet zo prettig, ik hou me liever aan de regels.'”
Daarbij kun je altijd verwijzen naar het advies van het kabinet, maar die regels kennen zij inmiddels ook wel, stelt Ritsema. “Houd het daarom bij jezelf. Maak zelf die keuze. Ja, mensen kunnen dat vervelend vinden, en dat is het ook, maar als je het gewoon vriendelijk zegt, kun je nooit iets fout doen.”
Daarnaast adviseert Ritsema om de positiviteit erin te houden. “Denk in oplossingen. Stel bijvoorbeeld aan je vrienden voor om het in twee keer te doen. En dat je zelf degene bent die zich opoffert, en de volgende keer wel aansluit.”
Ook op de werkvloer kun je prima het gesprek aangaan, oppert Ritsema. “Praat er met je baas over. Wat is precies het werk waarvoor je naar kantoor moet, wat niet thuis kan?”
Lees ook
‘Ik vind het nogal een stoeipartij, vriendschap tijdens corona’
Zulke sociale dilemma’s kunnen op je pad komen, maar zo niet, ga het dan vóóral niet opzoeken, adviseert Ritsema. “Het laatste wat we moeten doen, is elkaar de hele tijd corrigeren. Bemoei je gewoon niet te veel met andere mensen. Zie je iemand geen mondkapje dragen waar dat wel moet? Negeer dat dan gewoon. Wind je niet te veel op, maar laat het langs je af glijden.”
Ook dat gesprek met die complotdenker in je familie of kennissenkring kun je beter uit de weg gaan, vindt Ritsema. “Niet aan beginnen, zonde van je tijd. Je kunt zo iemand toch niet overtuigen, dat is onbegonnen werk. En die persoon jou ook niet. Concentreer je in plaats daarvan op de leukere dingen in het leven, want die zijn er nog genoeg.”