Slachtoffers van een woninginbraak voelen zich vaak minder veilig nadat iemand geprobeerd heeft in te breken, of als er een inbreker in huis is geweest. Ook het vertrouwen in anderen daalt.
De inbraak kan zelfs slaapproblemen of angstklachten geven. Dat meldt het CBS.
In 2021 is er bij bijna 2 procent van de bevolking ingebroken, of heeft iemand geprobeerd om in te breken. Dat blijkt uit antwoorden van deelnemers aan de Veiligheidsmonitor van het CBS en het ministerie van Justitie en Veiligheid. In 2021 deden ruim 173 duizend mensen van 15 jaar of ouder mee aan dit onderzoek.
Bij ruim 1 procent is de inbreker niet binnen geweest, maar had deze wel geprobeerd in te breken. Bij 0,2 procent kwam de dader wel binnen maar nam niets mee, en bij 0,4 procent zijn er bij de inbraak ook spullen gestolen. Een inbraak met diefstal heeft de meeste invloed op het gevoel van veiligheid en vertrouwen, en op het ervaren van angst of depressieve klachten.
Zo voelt 63 procent van de mensen bij wie iets gestolen is, zich minder veilig. Maar ook als er alleen geprobeerd was om in te breken voelde de helft van de mensen zich minder veilig dan daarvoor.
Met deze slimme nieuwe truc weten inbrekers dat je op vakantie bent
Ook Marije kan zich vinden in deze cijfers. Een paar jaar geleden is bij haar ingebroken. Ze vertelt aan LINDA. hoe dit voor haar was. “Mijn man en ik kwamen thuis van vrienden. Ik liep naar binnen en zag dat de deuren niet op slot zaten. Eerst dacht ik nog: hè shit, hebben we die nou niet dichtgedaan? Toen ik zag dat het zijraam openstond, wist ik dat het mis was. Ik belde meteen 112. Misschien waren de inbrekers nog wel binnen. Ik denk dat ik ze gestoord heb toen ik thuiskwam. Dat geeft een heel naar gevoel.”
Ze ziet het nieuw gekochte fototoestel nog op tafel liggen. “Vreemd, dat hadden ze niet meegenomen. Ze hadden weinig gestolen, behalve geld en mijn reservesleutel van de auto. Ze waren echt overal in huis geweest. Ieder laatje stond open, zelfs de ondergoedlade van mijn kinderen. Ik vond het zo’n naar idee dat ze door die laatjes waren geweest. Ook de spaarpotjes van mijn kinderen hadden de daders geplunderd.”
Uit de cijfers blijkt dat ongeveer 10 procent van de slachtoffers van woninginbraak waar iets is gestolen, geen aangifte doet. De voornaamste reden is dat het ’toch niet helpt’. “We hebben aangifte gedaan, maar toen de vingerafdrukken werden verzameld bij ons thuis, zei de agent dat het toch geen zin had. Ze zouden volgens hem onmogelijk worden gevonden, en zouden ‘vast een paar junkies zijn’.”
Marije heeft zich lang onveilig gevoeld en was door alles wat was gebeurd meer op haar hoede. Vooral omdat de inbrekers nog zijn teruggekomen om haar auto te stelen. “Ik voelde me na de inbraak onveilig en was bang dat ze me in de gaten hielden en ieder moment konden terugkeren. Dat hebben ze dus ook gedaan. Ik kwam twee dagen na de inbraak thuis, en toen was de auto weg. De auto is een paar maanden later gevonden bij een benzinestation. Het is zo bruut. Dat je dat doet, gewoon op klaarlichte dag.”
Ruud en Olcay schrikken wakker van inbrekers: 'Het was zó doodeng'
