Na tien jaar ellende hebben slachtoffers van de toeslagenaffaire geen enkel vertrouwen meer in de overheid. Daarom stappen zes gezinnen naar de rechter.
Ze eisen een schadevergoeding van de Nederlandse staat.
Slachtoffers toeslagenaffaire
Twee Nijmeegse advocaten starten een procedure. “De ouders die we vertegenwoordigen zeggen, na meer dan tien jaar van alleen maar ellende, helemaal geen vertrouwen meer te hebben in een snelle schadeafwikkeling via allerlei door de overheid opgetuigde regelingen. Dit omdat die door diezelfde overheid in het leven zijn geroepen”, zegt advocaat Cyril Spiertz in het AD.
Door de doorgeslagen fraudeaanpak van de Belastingdienst moesten tienduizenden ouders ten onrechte hun ontvangen kinderopvangtoeslag terugbetalen. Vaak leidde dit tot torenhoge schulden, met scheidingen, psychische klachten en zelfs zelfdoding als gevolg.
Onrecht
Spiertz: “Mijn cliënten vrezen opnieuw in de trage ambtelijke molens vermorzeld te worden. De overheid lijkt in een oplossing te denken van jaren, daar waar mijn cliënten in dagen gedwongen werden om aan diezelfde overheid te betalen. De civiele rechter zien ze als meest onafhankelijke instantie.”
De gezinnen komen uit verschillende delen van het land. “Deze mensen zijn hun huizen kwijtgeraakt. Sommigen zien hun kinderen al jaren niet meer. Ze hebben hun baan verloren of zijn arbeidsongeschikt geraakt. Er is hen zoveel onrecht aan gedaan. Het voelt, zo vertellen ze me, alsof ze tien jaar onschuldig in de cel hebben gezeten.”
Catshuisregeling
De slachtoffers die nu naar de rechter stappen hebben in december 2020 een deel terugbetaald gekregen.
“Maar deze terugbetaling doet geen recht aan de geleden materiële en immateriële schade. Mijn cliënten vallen niet onder deze Catshuisregeling (zo snel mogelijk 30.000 euro krijgen, red.). Ze vallen nu bij alle opgetuigde regelingen tussen wal en schip”, aldus Spiertz.
Vertrouwen weg
De advocaten hopen nu via een civiele procedure een schadevergoeding te krijgen.
“Onze cliënten hebben geen enkel vertrouwen meer in een ruimhartige schadevergoeding via de bestuursrechter. Omdat die deel uitmaakt van diezelfde overheid, waarbij alleen maar alles erop gericht lijkt het uit te keren schadebedrag zo laag mogelijk te houden.”