De Oranje Leeuwinnen treffen morgen Japan in de achtste finales van het WK vrouwenvoetbal. Geen makkelijke tegenstander, vindt bondscoach Sarina Wiegman.
Vanmiddag tijdens een persconferentie deelde ze haar verwachtingen.
Vier jaar geleden gingen de Nederlandse vrouwen bij hun WK-debuut zoals verwacht onderuit tegen Japan in de achtste finales. Het belooft morgen dus sowieso een spannende pot te worden, maar bondscoach Sarina Wiegman laat weten dat de verhoudingen nu anders liggen. “Japan zal nu ook voor ons moeten uitkijken”, zegt ze. “Het wordt een enorme uitdaging om tegen ze te spelen. Ik verwacht een gelijk op gaande strijd.”
Sterk Japan
Dat de Japanse vrouwen kunnen voetballen, moge duidelijk zijn. Het land was op het WK in 2015 de titelverdediger en bereikte opnieuw de finale, waarin de Verenigde Staten sterker waren (5-2). De jaren daarna onderging de selectie van Japan een verjonging. Daarover zegt Wiegman: “Japan is nog steeds een topploeg, met veel ervaring op eindtoernooien. Hun speelsters zijn allemaal heel vaardig en dynamisch, ze spelen graag tussen de linies.”
Toch laat Wiegman zich niet van de wijs brengen. Ze is optimistisch over haar eigen ploeg en denkt dan ook dat de Oranje Leeuwinnen morgen een goede kans maken. “Wij zijn in vier jaar tijd behoorlijk gegroeid en hebben onze eigen kwaliteiten. Wij kunnen van veel landen winnen, dat vertrouwen hebben we. Ik ben benieuwd wat dat nu gaat opleveren.”
Lastige keuze
Ook moet de bondscoach nog een lastige keuze maken voor morgen. Met Dominique Bloodworth, Anouk Dekker en de weer herstelde Stefanie van der Gragt heeft ze nu drie opties voor de twee posities centraal achterin. “We gaan alle argumenten tegenover elkaar afzetten en dan zien jullie morgen de conclusie. Het is een luxe en moeilijke keuze. Ik hoop dat ik hier nog veel van die keuzes mag maken.”
De Oranje Leeuwinnen na hun winst op Nieuw-Zeeland: