Gisteren schreven we over minister Kajsa Ollongren, die alternatieven wil toestaan voor cremeren en begraven. Een van die alternatieven is resomeren. Wat houdt dat in?
Resomeren betekent het oplossen van lichamen. Vijf vragen en antwoorden erover.
Wat is resomeren?
Op dit moment zijn er vier opties voor je lichaam na de dood: cremeren, begraven, je lichaam aan de wetenschap afstaan óf resomeren. Het laatste klinkt niet voor iedereen bekend in de oren, daarom leggen we het uit. Resomeren is een beetje te vergelijken met cremeren, maar dan met water in plaats van vuur. Dat is voor veel mensen een geruststellender idee en daarnaast is het ook duurzaam.
Hoe werkt resomeren?
Het lichaam gaat in een machine die gevuld wordt met heet water van zo’n 180 graden. Het water is gemixt met kaliumhydroxide, een soort ontstopper. Na ongeveer drie uur blijft er nog heel weinig over van het lichaam. De botten zijn zo broos geworden dat ze kunnen worden verpulverd. En dat is opnieuw vergelijkbaar met as na een crematie. Ook na resomeren kun je dus uitgestrooid worden.
Waarom is resomeren duurzaam?
Sabrina Franken, directeur uitvaartverzorging bij Yarden, legt uit waarom resomeren ook beter is voor het milieu. “Uiteindelijk is de hele uitvaart behoorlijk vervuilend.”, vertelt Franken aan NPO Radio 1. Begraven neemt bijvoorbeeld tien vierkante meter per persoon in, en het verplaatsen van de grafstenen zorgt ook voor veel CO2-uitstoot, zo’n 95 kilo per persoon. Bij cremeren is dat nog meer, daar komt zo’n 200 kilo CO2 vrij per crematie. “Bij de techniek van resomeren is geen gas nodig. Dat maakt het duurzamer”, aldus Franken.
Twee jaar geleden werd er een groot onderzoek gedaan voor uitvaartcentrum Yarden, waarin mensen (religieus en niet-religieus) aangaven waarom ze zouden kiezen voor resomeren. De grootste reden is toch wel de milieuvriendelijkheid. De andere ondervraagden vinden het een mooie methode en een waardig afscheid.
Op hoeveel plekken wordt deze methode uitgevoerd?
Resomeren gebeurt nog weinig, maar er wordt al wel mee geëxperimenteerd in – met name – de Verenigde Staten en Canada. In Nederland is het nog niet toegestaan. De Tweede Kamer heeft het wel al vaker over over dit onderwerp gehad, dus de kans is groot dat dit binnenkort verandert.