Nederlandse steden die in 2020 het Eurovisie Songfestival willen huisvesten, kunnen zich vanaf vandaag officieel opgeven voor de strijd.
Dat heeft de European Broadcasting Union (EBU) bekendgemaakt.
Plan du campagne
Onder meer Amsterdam, Rotterdam en Maastricht hebben al laten weten het Eurovisie Songfestival binnen te willen slepen. De organisatoren van het festijn, NPO, AvroTros en de NOS, laten in juni weten wat de criteria zijn waaraan de locatie moet voldoen. Met die criteria stellen de strijdende steden vervolgens allemaal een zogenoemd bidbook – zeg maar een plan du campagne – op. Daarmee moeten ze de organisatie overtuigen het festival bij hen plaats te laten vinden.
Eisenpakket
Dat lijstje van criteria lijkt niet mals te worden. De EBU zelf heeft namelijk ook al een flink eisenpakket voor een potentiële host van het megafestijn. Zo moet de zaal ruimte bieden aan minstens tienduizend mensen en moet de locatie goed te bereiken zijn vanaf een vliegveld.
Hotels
Bovendien moet de stad waar het podium staat voldoende hotels hebben. De delegaties van de zingende landen tellen bij elkaar al zo’n tweeduizend man, maar er komen ook vijftienhonderd journalisten en tienduizend bezoekers mee. De hotelkamers mogen ook nog eens niet te duur zijn.
Hoofdstad
Je zou denken dat een hoofdstad de beste papieren heeft om het vertrouwen van de organisatie te winnen. Maar er is in het verleden al verschillende keren gekozen voor een kleinere stad. Zo won Duncan dit jaar bijvoorbeeld in Tel Aviv, werd Anouk negende in het Zweedse Malmö in 2013 en stond het podium in 2011 in het Duitse Düsseldorf (oh ja, eh dat jaar zonder Nederlandse finaledeelname).
Nederland was vier keer eerder het decor van het evenement. En nee, ook niet alle vier de keren in Amsterdam. De hoofdstad was alleen in 1970 host van het Songfestival. In 1958 kwam de wereld naar Hilversum en in 1976 en 1980 naar Den Haag.