Het dagelijks bestuur van de Partij voor de Dieren zegt dat partijleider en lijsttrekker Esther Ouwehand zich niet schuldig heeft gemaakt aan integriteitsschendingen.
Dat is de conclusie na onderzoek.
Esther Ouwehand
De negen meldingen tegen Esther Ouwehand komen allemaal van leden van het voormalige en recent afgetreden bestuur. Geen van de meldingen bleek gegrond.
Deze conclusie wordt getrokken na het “doorlopen van een zorgvuldige en intensieve procedure.” Het dagelijks bestuur liet zich bijstaan door een jurist, externe deskundigen hebben een onafhankelijke toetsing uitgevoerd.
Ontplofte partij
Partij voor de Dieren besloot begin september Ouwehand niet meer voor te dragen als lijsttrekker. Dat gebeurde nadat er ‘meerdere’ meldingen van mogelijke integriteitsschendingen waren binnengekomen.
Daarna ontplofte de partij. Een groot deel van de PvdD‘ers die actief zijn in gemeenten en provincies schaarde zich achter Ouwehand en eiste het vertrek van het partijbestuur. Ook de meeste Tweede Kamerleden van de partij spraken steun uit voor hun fractieleider.
Lijsttrekker
Een halve week later stapte het partijbestuur op en droeg Ouwehand alsnog voor als kandidaat-lijsttrekker bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. Het vertrekkend partijbestuur bleef er wel bij dat het Ouwehand “niet geschikt” vond als politiek leider gezien “recente meldingen omtrent integriteitsschending”. Eind september besloot de politica toch terug te treden als lijsttrekker, omdat ze het onderzoek naar haar persoon wilde afwachten.
In juli maakte Ouwehand bekend opnieuw lijsttrekker te willen worden. Het partijbestuur stond daar toen achter. “Esther heeft laten zien dat ze het gedachtegoed van de Partij voor de Dieren op overtuigende wijze voor het voetlicht kan brengen”, stelde partijvoorzitter Ruud van der Velden destijds.