De overheid stopt met het gebruiken van het antifraudesysteem SyRI. Volgens de rechter kan het computersysteem, waarmee gegevens van burgers aan elkaar worden gekoppeld, zo niet doorgaan.
De uitspraak is woensdag gedaan.
Privacy
Computersysteem SyRI (Systeem Risico Indicatie) kan dus niet meer worden ingezet als middel tegen handhaving, concludeert verantwoordelijk ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gemeenten gebruikten het SyRI om aanwijzingen voor fraude te traceren, maar het blijkt een te grote inbreuk op de privacy.
De rechters veegden niet het hele systeem van tafel. Controle van fraude is op zich een legitiem doel, maar twee bepalingen over de inzet van SyRI worden “onverbindend verklaard”. Dat betekent dat ze terug moeten naar de tekentafel.
De rechtbank in Den Haag laat woensdag weten dat er geen persoonsgegeven te bedenken is, dat niet in aanmerking komt voor verwerking. De manier waarop SyRI werkt is niet te controleren. Het past daardoor niet bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Hoe het probleem wordt opgelost, is aan de Tweede Kamer, zegt de persrechter. SyRI werd onder anderen ingezet in steden als Rotterdam, Eindhoven, Haarlem en Capelle aan den IJssel.