Wij weten niet beter: met je stembiljet in de rij bij de stembus. Maar om dát te bereiken, hebben onze overgrootmoeders flink moeten strijden.
Sinds 1919 hebben vrouwen in Nederland kiesrecht. Dat is pas een schamele honderd jaar.
Aletta Jacobs
Je hebt vast wel eens van Aletta Jacobs gehoord. Zij was hét boegbeeld van de eerste feministische golf in Nederland. Maar ze staat óók bekend om haar strijd voor vrouwenkiesrecht. In 1883 vocht ze de uitsluiting van vrouwen in het kiesrecht aan. Haar argument: in de Grondwet staat niets over officiële uitsluiting van vrouwen. Ze wil de mogelijkheid om verkiesbaar te zijn én om te mogen kiezen wie er in de Tweede Kamer komt te zitten.
Haar verzoek werkt averechts. Waar voorheen in de Grondwet stond dat meerderjarige ingezetenen mogen kiezen staat er nu dat er enkel door mannelijke ingezetenen gekozen mag worden.
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht
In 1894 richt Aletta daarom samen met Wilhelmina Drucker de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) op. Leden vinden voor de vereniging ging niet van een leien dakje. Echtgenoten, familie en vrienden oefenden druk uit om geen lid van de vereniging te worden. In 1900 telde de vereniging bijna 1100 leden. De leden zitten niet stil. Ze verspreiden propaganda om ook het vrouwenkiesrecht te laten opnemen in de grondwet.
In 1916 organiseerde de VVK een enorme demonstratie. Zo’n 18.000 vrouwen en mannen trokken de straten van Amsterdam op om te demonstreren. Dagblad ‘De Tijd’ beschreef destijds hoe dat eruit zag: “Eerst politie te paard, gevolgd door een muziekkorps. Daarna volgde de echte stoet, met drie vrouwen en een heer te paard, waarvan één vrouw gekleed was als de Nederlandse Maagd, een vrouw die symbool staat voor de Nederlandse staat. Zij hielden een schild hoog met de tekst ‘Vrouwenkiesrecht’”.
Gelukt
Na jaren van propaganda verspreiden en demonstreren lukt het dan eindelijk. In 1917 wordt het passieve vrouwenkiesrecht aangenomen. Dat houdt in dat vrouwen zich verkiesbaar mogen stellen voor de Tweede Kamer. Dat liet Suze Groeneweg zich geen twee keer zeggen. Zij was dan ook de allereerste vrouw in de Tweede Kamer.
In het jaar 1919 ondertekent koningin Wilhelmina de wet waarin staat dat vrouwen mogen stemmen. Dat betekent dat vrouwen vanaf dat moment ook actief kiesrecht hebben. Bij de volgende verkiezingen, in 1922, valt er voor het eerst een stembriefje bij Nederlandse vrouwen op de mat.
Stemmen
Onze overgrootmoeders hebben in totaal zo’n 36 jaar gestreden, zodat wij, vrouwen, mogen stemmen. Dat lijkt ons – naast een hele hoop andere redenen – een héle goede reden om morgen gebruik te maken van jouw stembiljet.