Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep vier jaar cel geëist tegen Walter van W. voor een straatrace met zijn zoon Casper in Loosdrecht in 2016.
Hierbij knalde Van W. op de auto van de 19-jarige Fleur. Zij overleed twee weken later.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep vier jaar cel geëist tegen Walter van W. voor een straatrace met zijn zoon Casper in Loosdrecht in 2016.
Hierbij knalde Van W. op de auto van de 19-jarige Fleur. Zij overleed twee weken later.
Het OM vindt dat Van W. in zijn Porsche 911 roekeloos heeft gereden en noemt het “lomp en onbezonnen scheuren”. Roekeloosheid is de zwaarste vorm van schuld. De strafeis komt overeen met het vonnis van de rechtbank in Lelystad in 2017. Het OM eist voor Van W.’s zoon Casper, die in een Mini Cooper achter zijn vader reed, één jaar cel. Hij had eerder bij de rechtbank een taakstraf van honderd uur gekregen. Van W. moet van het OM tevens een rijverbod krijgen van vijf jaar, zijn zoon van drie jaar.
De twee ontkennen dat zij op de avond van 16 maart 2016 aan het racen waren. Het OM vindt dit ongeloofwaardig. Volgens getuigen haalden de mannen snelheden tot 200 kilometer per uur in de bebouwde kom. Daarbij reden ze bumper aan bumper. De vrouw kwam uit een uitrit.
Van W. had de bewuste avond veel gedronken. Het OM vindt een hoge straf voor hem terecht omdat Van W. vaker is veroordeeld voor rijden onder invloed. Zoon Casper werd volgens het OM bij de rechtbank onterecht vrijgesproken van medeplegen van dood door schuld. Zo wist hij dat zijn vader te veel had gedronken, stelt het OM. Daarnaast werd door beiden steeds harder gereden.
Het OM hekelde de proceshouding van de mannen destijds bij de rechtbank. Het duo verklaarde vrijdag in het hof bewust te zijn van hun schuld. Ook gaven ze aan dat zij hun verantwoordelijkheid voor het ongeluk nemen. Het OM twijfelt echter aan hun oprechtheid en noemt het ‘damage control’.
Lees ook
Man die negentienjarige Fleur doodreed moet vier jaar de cel in
De verantwoordelijkheid van Van W. staat volgens zijn raadsman Geert-Jan Knoops niet ter discussie. Er zijn grove verkeersfouten begaan maar van roekeloosheid in juridische zin is volgens Knoops geen sprake. “In het spraakgebruik kun je het zo noemen, maar er moet meer zijn.” Zo heeft Van W. volgens de advocaat niet bewust het ernstige gevaar opgezocht. Daarnaast vindt Knoops de verklaringen van getuigen dat de mannen aan het racen waren, niet overtuigend. Het hof doet op 26 april uitspraak.