Niels Oosthoek en Olcay Gulsen werden allebei uitgekozen als verraders in De Verraders. Maar hun samenwerken kwam tot een explosief einde, toen ze zich tegen elkaar keerden.
Uiteindelijk trok Olcay aan het kortste eind en werd verbannen.
Niels Oosthoek
In De Coen & Sander Show bij JOE vertelt Niels over de ruzie met Olcay. Deze ontstond door hun afzonderlijke band met Sander Lantinga, die de radioshow presenteert met Coen Swijnenberg “Ik heb echt ontzettend veel reacties gekregen en ik dacht: als het zo heftig is zal mijn kop er wel afgaan. Maar ik heb behoorlijk veel positieve berichten binnengekregen. Mensen houden kennelijk wel van deze heftigheid.”
Als verrader moet je continu liegen, en letten op wat je zegt. Wist Niels dat hij dit in zich had, wil Sander weten. “Ik heb heel veel jaren Gierige Gasten gemaakt en daar moet je continu mensen voor de gek houden. Ik flik elke dag geintjes met mijn vriendin. Ik wist wel dat ik een geintje kon maken, maar dat is wel wat anders dan zeven dagen achter elkaar liegen, als je dat haalt.”
Toch is het bij De Verraders wel anders; dat wordt al heel snel behoorlijk persoonlijk. “Ja, dat heb ik ook eigenlijk wel zo ervaren. Dat zit hem niet alleen in deze clash, maar ook in de ‘moord’ op Nienke Plas. Die heeft eigenlijk nooit een eerlijke kans gehad”, aldus Niels. “Heeft er maar een paar uurtjes gezeten. Naar zo iemand heb ik een soort van schuldgevoel, gek genoeg. Dan voel ik me toch kut.”
Olcay Gulsen
Dat schuldgevoel heeft hij niet naar Olcay, vertelt Niels verder. “Olcay is de enige naar wie ik me echt niet rottig voel. Dat komt omdat ze er ook mijn kop probeerde af te hakken in dit spel.”
Hoewel ze als verraders niet op een heel fijne manier uit elkaar gingen, is Niels niet boos op Olcay – absoluut niet, zelfs. “Ik ben niet boos op haar, helemaal niet eigenlijk. Want ik vind die move wel vet eigenlijk, dat hoort bij het spel. Alleen op dat moment denk ik: hallo, wij hebben een afspraak, wij moeten iedereen er samen uitwerken? Hoezo ga je mij ineens het leven zuur maken? Toen werd ik boos, en die boosheid gebruik je toch om haar eruit te krijgen.”