Demissionair minister Carola Schouten van Landbouw heeft dinsdag om 12.00 uur een landelijke ophokplicht ingesteld. Dit geldt voor alle bedrijven die commercieel pluimvee houden.
Hiermee wil Schouten de verspreiding van vogelgriep tegengaan.
Vogelgriep
De ophokplicht wordt ingesteld nadat een zeer besmettelijke variant van de vogelgriep (H5) is aangetroffen bij een pluimveebedrijf in Zeewolde. Deze variant leidt tot ernstige ziekte of de dood bij vogels. De 36.000 dieren op het bedrijf worden geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
De laatste keer dat er een landelijke ophokplicht gold was in februari dit jaar. Dat gebeurde naar aanleiding van een uitbraak op een kalkoenbedrijf in het Brabantse Moergestel. De ophokplicht bleef tot 5 juli gelden.
Ook in oktober 2020 was er een uitbraak met een landelijke ophokplicht tot gevolg. Die begon nadat in Kockengen (Utrecht) zeer besmettelijke vogelgriep werd aangetroffen bij wilde knobbelzwanen.
In 2003 werd de Nederlandse pluimveesector massaal getroffen door de vogelpest (H7N7). Op 1349 pluimveehouderijen zijn kippen, kalkoenen en eenden gedood. In totaal werden 30,7 miljoen landbouw- en hobbydieren geruimd. Negentien mensen die bij het doden van de zieke dieren waren betrokken, raakten besmet met het virus. Een dierenarts uit Rosmalen is hieraan overleden.
Het gaat op dit moment om vogelgriep en niet om vogelpest. Vogelgriep komt in veel verschillende varianten voor; van milde tot gevaarlijke, zeer besmettelijke versies. Je hebt het over een (klassieke) vogelpest wanneer veel vogels tegelijkertijd besmet raken met een gevaarlijke variant en daaraan doodgaan.