Een Australische arts die haar leven heeft gewijd aan onderzoek naar wiegendood, heeft een mogelijke doorbraak gevonden.
Het plotseling overlijden van de baby lijkt alles te maken hebben met een bepaald stofje in het bloed.
Wiegendood
Wiegendood wordt al tijden onderzocht. Nog steeds is niet helemaal duidelijk hoe een kerngezonde baby tijdens het slapen plots kan overlijden. In Nederland komt het verschijnsel vijftien tot twintig keer per jaar voor. Maar onderzoeker Carmel Harrington en haar team hebben nu een doorbraak gevonden.
Harrington kreeg zelf te maken met wiegendood: 29 jaar geleden verloor ze haar kind hierdoor. Sindsdien doet ze onderzoek naar dit afschuwelijke verschijnsel.
Enzym in bloed
In het tijdschrift The Lancet schrijft ze dat er een verband is tussen de hoeveelheid van een bepaald enzym in het bloed, genaamd butyrylcholinesterase, en de kans op wiegendood. Als er een lage hoeveelheid van het stofje in het bloed aanwezig is, dan kunnen baby’s niet goed wakker worden. En daar zit de crux, want er speelt juist iets op dat moment waardoor een baby wakker zou moeten worden. Als dat niet gebeurt, overlijdt het kind en is er dus sprake van wiegendood.
De onderzoekers benadrukken dat het echt om een combinatie van factoren gaat. Vaak is er al iets anders aan de hand met het kindje, maar wakker worden om te kunnen huilen is wel cruciaal. Ook de manier waarop de baby in bed ligt en of er wordt gerookt tijdens de zwangerschap, zijn factoren die meespelen.
Het aantal kinderen dat overlijdt aan wiegendood is in Nederland sinds de jaren 80 overigens wel flink gedaald. Destijds overleden nog zeker tweehonderd kinderen per jaar door deze oorzaak.