Een 31-jarige vrouw wordt ervan verdacht in 2014 haar pasgeboren baby in een ondergrondse container in Amsterdam-Slotermeer te hebben achtergelaten.
De politie hield de vrouw in april in Duitsland aan. 17 augustus staat ze voor de rechter, op verdenking van poging tot kindermoord. Dat maakt het OM dinsdag bekend.
Het kindje werd zondagochtend 26 oktober 2014 rond 04.15 uur gevonden. Toen hoorde een voorbijganger huilgeluiden uit een ondergrondse vuilcontainer komen in de Fritz Conijnstraat in Amsterdam. De politie wist het meisje met behulp van de brandweer levend uit de container te bevrijden.
Dankzij een vingerafdruk op de tas, waarin de pasgeboren baby werd gevonden, kon de politie de moeder op het spoor komen. Ze heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Op 10 mei werd ze door Duitsland overgeleverd aan Nederland. Ze zit in voorlopige hechtenis. Haar zaak wordt deze maand nog niet inhoudelijk behandeld. Het betreft een inleidende zitting.
Het meisje is inmiddels 6 jaar. In haar belang is de aanhouding niet eerder naar buiten gebracht, aldus het OM. Het meisje, dat geadopteerd is, maakt het goed. Haar adoptieouders zijn op de hoogte gebracht van haar moeders arrestatie.
Ouders (17) van in container gevonden baby 'dachten dat kindje dood was'
