Onderwijsminister Mariëlle Paul maakt zich zorgen om de groeiende groep kinderen die niet naar school gaat.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer heeft hier een alarmerende brief over geschreven aan de bewindsvrouw.
Thuisonderwijs
Een groot deel van deze kinderen krijgt volgens Kalverboer geen thuisonderwijs, zoals de bedoeling is. Paul probeert meer controle te krijgen over deze ’thuiszitters’, maar vindt het “heel ingewikkeld” om drastische maatregelen door te voeren gezien de demissionaire staat van het kabinet.
“We hebben überhaupt geen zicht of er onderwijs wordt gegeven”, zegt Paul. Daarom heeft ze een wet in de maak die het toezicht moet vergroten. Ze verwacht in de tweede helft een eerste versie klaar te hebben, zodat ouders, leraren en andere belanghebbenden er hun mening over kunnen geven.
Kinderen met beperkingen
Veel scholen doen volgens Paul “hun stinkende best” om goed onderwijs te verzorgen voor thuiszitters. Meestal gaat het om kinderen met ernstige fysieke of psychische beperkingen. Zorgaanbieders en scholen werken regelmatig samen om deze kinderen goed onderwijs aan te bieden. Ook noemt de bewindsvrouw dat leerlingen gebruik kunnen maken van digitaal onderwijs, als dat bij hun situatie past.
Zulke maatregelen werken niet voor alle kinderen, geeft de minister toe. “De praktijk is weerbarstig”, zegt ze. In veel gevallen is maatwerk nodig.
Ontheffingen
Een van de zorgen van de Kinderombudsman is dat een groeiende groep ouders op basis van hun geloofs- of levensovertuiging een ontheffing krijgt van de plicht om hun kinderen naar school te sturen. Daar heeft Paul ook moeite mee. Op school leren kinderen niet alleen de lesstof, maar zetten ze ook stappen in hun “socialisatie en persoonlijke ontwikkeling”, redeneert ze. Daarom wil ze dat het minder makkelijk wordt om een ontheffing aan te vragen om deze reden.