In het eerste halfjaar van 2021 ontvingen de Veilig Thuis organisaties bijna 61.000 meldingen over (vermoedens van) kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Dat is zes procent minder dan een jaar daarvoor.
Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Naast de meldingen, gaf Veilig Thuis ruim 67 duizend keer advies aan slachtoffers, omstanders of professionals. In het eerste halfjaar van 2021 was het aantal adviezen hoger dan het aantal ontvangen meldingen.
Een jaar daarvoor was dat dus nog andersom. Ten opzichte van het eerste halfjaar van 2020 waren er vijftien procent meer adviezen en zes procent minder meldingen.
Ruim de helft van de adviezen en meldingen, respectievelijk 53 procent en 51 procent, ging over situaties waarbij de adviesvrager of melder een vermoeden had van kindermishandeling. Bij de adviezen was in 22 procent sprake van (ex-)partnergeweld en in 29 procent van andere problematiek. 37 procent van de meldingen betrof geweld door de (ex-) partner en in 21 procent was de melding voor iets anders dan huiselijk geweld of kindermishandeling.
De meeste meldingen aan Veilig Thuis waren afkomstig van de politie. Daarnaast deden ook artsen, onderwijs- en jeugdzorginstellingen en burgers meldingen.
Slachtoffer huiselijk geweld: 'Je denkt niet meer vanuit jezelf, alleen maar voor hem'
